30 NOVEMBER 1987
U verklaart mijn motie als overbodig. In de tweede termijn wil
ik daarop terugkomen. In mijn motie zat nog een element, nl. om
de milieu-organisaties met name de Groene Koepel en Brabantse
milieufederaties daarbij te betrekken.
Wethouder RöMKENS
Dat had ik nog vergeten te zeggen, maar de heer Garritsen weet
dat ook veel beter. Deze raad is überhaubt niet het bevoegde
orgaan om besluiten te nemen. Ik had dus kunnen zeggen, dat de
motie buiten de orde is. Ik vond het netter om te zeggen, dat
hij overbodig is.
De heer GARRITSEN
U moet het meer zien als een opdracht meegeven in de richting
van Uw college.
Wethouder RöMKENS
Die opdracht is overbodig, want wij doen altijd alles in overleg
met alle betrokkenen. Zo is dit ook tot stand gekomen, voor zo
ver dit althans kan.
De VOORZITTER
Daarmee zijn we weer terug bij af.
Wethouder RöMKENS
Ik zou op dit ogenblik in de richting van de P.v.d.A. en het
C.D.A. willen zeggen: laten wij de totale ontwikkeling even af
wachten. Laten wij nu geen standpunten innemen over wat wel en
niet in het reinigingsrecht of in de afvalstoffenheffing moet.
De P.v.d.A. had problemen met de reinigingspolitiede C.D.A.
met de hondepoep, de reinigingspolitie en de afvalstoffenhef
fing. Het is goed dat wij alle zaken in samenhang met elkaar aan
de orde stellen, waarbij ook de dekking in relatie tot mogelijke
andere voorwaarden voor een heffing aan de orde komt. Het C.D.A.
vraagt nog naar klein chemisch afval. Ik kan zeggen, dat op dit
ogenblik in stadsgewestelijk verband onderzocht wordt of en on
der welke condities een haalsysteem tot de mogelijkheden be
hoort. Te verwachten is dat dit op korte termijn afgerond is en
dan zal ik in de commissie daarover informatie verstrekken. Ten
aanzien van het oud papier wil ik erop wijzen, dat het initia
tief van het C.D.A. een vervolg is op het initiatief van de toen
malige P.P.R. Ik ben graag bereid om dat in de commissie aan de
orde te stellen, maar pas dan wanneer datgene wat op dit ogen
blik hier speelt ook landelijk speelt. Er wordt gewerkt aan een
convenant tussen regering en papierhandel, om datgene wat het
C.D.A. beoogt en wat toendertijd de P.P.R. beoogde, te bewerk
stelligen, namelijk een bepaalde garantie- prijs voor oud pa
pier, tegen de achtergrond van het bevorderen van scheiding aan
de bron. Dat is op zeer korte termijn te verwachten. Zodra zulks
het geval is, wil ik dat graag in de commissie aan de orde stel
len. Over de milieutechnische samenwerking kan ik de meest actu
ele situatie melden. Recentelijk is het rapport "milieutechni
sche samenwerking binnen het stadsgewest" aan de orde geweest in
het portefeuillehoudersoverleg. Dat zal er waarschijnlijk toe
leiden, dat op 18 december aanstaande, op basis van de positieve
782