2 DECEMBER 198? 8C8 pas daarna de zaak eventueel qua opzet ter discussie te stellen. U suggereerde in eerste termijn, dat U de zaak wel wat ruimer zou willen aanpakken. Wij zouden graag zien, dat die directeuren de kans krijgen eerst met elkaar de zaken op elkaar af te stem men. Qua werkgelegenheid missen wij een reactie van het college op de door ons genoemde plannen van Den Haag en Rotterdam. Met name het rapport "Nieuw-Rotterdam" heb ik in eerste termijn naar voren gebracht. Voorts wachten wij de toegezegde actieplannen per doelgroep af, ter bespreking in de commissie. Over het perso neelsbeleid heb ik nog een drietal meer specifieke vragen. Kunt U nog in december, zoals toegezegd in de commissie POA, de con cept-hoofdstukindeling van het sociaal jaarverslag aan de orde stellen? Kunt U aangeven hoe het zit met de inzet van de f 300.000,voor het oplossen van knelpunten in de bezoldigings structuur? Kunt U aangeven hoe het staat met de inzet van de gel den ten behoeve van de werkgelegenheidsimpulsruim f 300.000, voor met name etnische minderheden en jongeren? Inzake de por tefeuille financiën en milieu het volgende. De P.v.d.A. is het eens met het standpunt van het college over de o.g.b. Wij zijn verheugd over het feit, dat de bestuurscommissie milieu van het Stadsgewest, en ik heb begrepen ook het dagelijks bestuur van het Stadsgewest, de opvatting van de gemeente Breda heeft overgenomen, namelijk dat de vuilstort Bavel-Dorst inderdaad uiterlijk 1990 dicht moet. Ik ga over tot de portefeuille onderwijs, sport, cultuur en recreatie. Over onderwijs heb ik een aantal zaken. Wij verwachten van het college, dat de geanalyseerde consequenties van het denominatie-onderzoek zo spoedig mogelijk aan de commissie onderwijs ter bespreking worden aangeboden. Graag horen wij een termijn van U. Zo verwachten wij ook van het college, mocht de Tweede Kamer onverhoopt eind december 19 8 7 de bezuiniging op het onderwijsvoorrangsgebied accepteren, dat het college onmiddellijk de commissie onderwijs bijeen roept en informeert en met de commissie overlegt over de consequenties daarvan voor Breda. We zullen die consequenties in twee periodes verdelen, namelijk de periode tot augustus 1988, dus de rest van het lopende schooljaar en de periode na augustus 1988. Wij denken dat de voortzetting tot augustus 1988 onverminderd mogelijk moet zijn. Wellicht is er een dekking te vinden in de uitkering nadere verfijning sociale structuur. Voor de periode na augustus 1988 verwachten wij dan nadere voorstellen. De Rijksscholenge meenschap gaat of kan naar de Haagse Beemden. Wij vinden dat een verheugende ontwikkeling. Om die ontwikkeling handen en voeten te geven, verwacht mijn fractie al in januari duidelijkheid over de plaatsing van de noodlokalen, die dan in augustus 1988 ge bruikt moeten kunnen worden. Ten aanzien van de sector sport het volgende. Wij hebben het in de commissie aan de orde gesteld en vanmorgen hebben we het opnieuw in de krant kunnen lezen, name lijk dat er inderdaad een aantal knelpunten zijn in de schuifope- ratie van de buitensportaccommodaties. Mijn fractie en wellicht ook andere fracties horen dat echter bijna en uitsluitend van de verenigingen, van de clubs. Kunt U in de commissie cultuur, sport en recreatie informatie geven over de knelpunten die er liggen, zodat de commissie ook door U geïnformeerd wordt? Over de toegezegde nota sportbeleid heb ik gevraagd naar de aanlei-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 808