2 DECEMBER 198? 830 paragraaf over het bestuurlijk functioneren. Die paragraaf ademt een heel andere sfeer. Aan het programma-akkoord had U geen bood schap; zo zei U in de commissie algemene zaken. Op het voorbeeld wat ik genoemd heb, bent U niet ingegaan. U zegt, dat de raad het college niet voor de voeten moet lopen. De heer Taks heeft daarover een heel juridisch verhaal gehouden. U zegt dat nu zelfs tegen de V.V.D. In het verleden zei U dat alleen maar te gen de oppositiepartijen, maar de tijden kunnen veranderen. De VOORZITTER U heeft een heel slecht geheugen, maar dat had ik de vorige keer ook al geconstateerd. Mevrouw FAULUSSEN U vroeg voorbeelden, voorzitter? De VOORZITTER U begint weer met te zeggen: autoritair bestuur van het college. U komt echter weer met voorbeelden over het autoritair bestuur van de burgemeester. Mevrouw FAULUSSEN Ik ben nog niet klaar. Ik heb gezegd: over en weer hebben we wat opmerkingen gemaakt over het autoritair bestuur van de burgemees ter. Ik heb nu gezegd De VOORZITTER U hebt nu iets gezegd van het college. Mevrouw FAULUSSEN Op het college kom ik nog terug met voorbeelden. Ik heb gezegd wat ik onder autoritair besturen versta, na raadpleging van de Dikke van Dale. U vroeg voorbeelden van het autoritair bestuur van het college. De beantwoording van de artikel 48 vragen is niet alleen vaak te laat, maar is bovendien nietszeggend en ontwijkend. Er komt alleen maar een heel formeel antwoord op belangrijke vragen zoals: ja, nee en dat vinden wij ook. Dat is dan niet serieus nemen en alleen de hele formele kant afhande len. De bibliotheek, het plan zuidwest en 't Ei zijn drie zaken die de raad zeer ter harte gaan en waarover we veel gepraat heb ben. Wethouder Hofsté, en ik dacht dat de heer Garritsen daarop nog zou ingaan, zei maandag j.l. bij de beantwoording van vragen over de bibliotheek op een bepaald moment, dat hij ons de infor matie niet geeft. Hoe moeten we deze zaak dan kwalificeren? De heer GARRITSEN Dat is niet de eerste keer; je hoort het zo vaak. Mevrouw PAULUSSEN Nee, het gaat over concrete voorbeelden die gevraagd worden. Het is geen verwijt aan U. Wethouder HOFSTé Toen U die opmerking maakte, had ik die opmerking in de richting van de heer Garritsen nog niet eens gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 830