2 DECEMBER 198?
8^3
mentarium; het zal een overwegingsfactor zijn. De relatie tussen
het groenstructuurplan en de onroerend-goedbelasting ontgaat mij
volledig en niet alleen mij, maar ook de echte deskundigen.
Wanneer het groenstructuurplan en de uitwerking daarvan naar
bouwlocaties doorgaat, dan betekent dat op termijn uitbreiding
van de capaciteit. Wat dat voor negatieve invloed op de ca
paciteit kan hebben, ontgaat mij en de ondersteunende deskundi
gen volledig.
De heer DE BRUIJN
Ik kan pogen de deskundigheid wat te vergroten.
Wethouder RöMKENS
Misschien kunnen we dat in de commissie een keer bespreken.
De heer DE BRUIJN
Ik kan misschien beter nu aangeven wat ik bedoel. U kunt dan nog
even nadenken of het een onzinnige of een zinvolle opmerking was.
Wethouder RöMKENS
Ik heb het woord onzinnig niet gebruikt.
De heer DE ERUIJN
Dat zeg ik, dat is geen probleem. Het ging er met name om dat
voor de onroerend-goedbelasting vaak de omgevingsfactoren mee
spelen voor de waardebepaling. Door afstoting van groen kunnen
op een gegeven moment de omgevingsfactoren anders gewogen gaan
worden, waardoor de og.b-inkomsten anders kunnen gaan liggen.
Wethouder RöMKENS
Dat is een zeer diepe gedachte en die zullen we zeker meenemen.
De directe effecten van het groenstructuurplan zullen eerder een
capaciteitsverruiming als een -vermindering met zich meebrengen.
Er is gesproken over de verdichting van de stad. Ik ben blij dat
de heer Garritsen de motie intrekt op grond van een duidelijke
uitspraak mijnerzijds. Ik heb nog een andere uitspraak gedaan
met betrekking tot motie 10 en daarover heeft hij niet gespro
ken. Ik hoop dat hij op grond van die duidelijke uitspraak ook
motie 10 intrekt.
De heer GARRITSEN
Dat is inderdaad zo.
Wethouder RöMKENS
De heer Garritsen maakt mij gelukkig. Tenslotte heb ik van col
lega Van Raak nog een vraag doorgespeeld gekregen, die gesteld
is door mevrouw Paulussen, namelijk hoe het staat met de afval
stoffenheffing? Dat heb ik al vaker gememoreerd, met name in de
commissie financiën. Dat hangt samen met de limietenproblematiek
en dat gaat op 1-1-1989 in. We komen in de loop van volgend jaar
met een voorstel inzake de afvalstoffenheffing en de effecten
daarvan binnen het totale afvalstoffenbeleid. Vóór 1-1-1989
neemt de raad daarover een besluit.
Wethouder HOFSTé