9 MAART 1987
85
van de V.V.D.-fractie niet nodig. Het vermijden van gedwongen
ontslagen wordt bereikt deels door natuurlijk verloop en deels
door herplaatsing. De samenstelling van de herplaatsingscommisie
en de voorgenomen regelingen terzake geven ons voldoende vertrou
wen, dat met de belangen van de betrokken medewerkers optimaal
rekening wordt gehouden. Het beleid van herplaatsing vergt
intensieve begeleiding. Daartoe zal meer aandacht moeten worden
gegeven aan vorming en opleiding op de wijze zoals in de nota
personeelsbeleid wordt aangegeven. Daarom dringen wij erop aan,
dat aan dit onderdeel van de nota bij voorrang uitvoering zal
worden gegeven. Voor zover de kadernota bij de V.V.D.-fractie
gevoelens van verontwaardiging heeft opgeroepen, is het vooral
het hoofdstuk over de heroverwegingsoperatie, dat naar onze
mening de toets van de kritiek niet geheel kan doorstaan. Dit
geldt niet zo zeer voor de inhoud van de voorstellen, met het
merendeel daarvan kunnen wij, zij het soms met pijn, instemmen.
Maar in het bijzonder de presentatie laat veel te wensen over.
Volgens de tekst van het aan de raad voorgelegde ontwerp-besluit
zou de raad de heroverwegingsoperatie voor de periode 1988-1990
naar uitgangspunten verdeling, omvang en fasering moeten
vaststellen. Het is ons echter na vele malen de bewuste passages
van de kadernota te hebben herlezen, niet echt duidelijk gewor
den wat de raad nu eigenlijk vaststelt bij de aanvaarding van
dit onderdeel van het besluit. De term vaststellen wordt door
gaans gehanteerd in verband met verordeningen en begrotingen;
met andere woorden voor teksten en cijfers die niet voor
meerdere uitleg vatbaar zijn. De kadernota past zeer zeker niet
in deze categorie. De plaatselijke pers signaleerde al drijfzand
in de nota; naar onze mening niet ten onrechte. Ook de V.V.D.-
fractie is van oordeel, dat de presentatie van de heroverwegings-
voorstellen onduidelijk, onvolledig en onevenwichtig is. Zo moet
de raad de heroverwegingsoperatie naar uitgangspunten vaststel
len, maar een overzichtelijke opsomming van de gehanteerde uit
gangspunten ontbreekt. Kan het college alsnog aangeven welke die
uitgangspunten zijn? We zouden ons kunnen voorstellen, dat met
uitgangspunten de 5 criteria genoemd in de bekende brief van 9
oktober van 1986 zijn bedoeld. Maar dan rijst de vraag welke
betekenis aan vaststelling daarvan moet worden gehecht, gezien
het feit dat het eerste criterium zonder enige motivering door
het college met voeten wordt getreden. Volgens dat criterium
dienen van rijkswege opgelegde bezuinigingen door te werken op
die plaatsen waarop ze betrekking hebben. Bij de laatste
begrotingsbehandeling heeft de V.V.D.-fractie met nadruk op het
belang van dit criterium gewezen. Nu blijkt echter, dat de
S.K.W.-korting niet volledig ten laste wordt gebracht van de
sector waarvoor die korting is bedoeld, maar over een totale
heroverwegingsoperatie wordt uitgesmeerd. Het is dan ook een
manco, dat de overwegingen, die tot deze stap hebben geleid,
niet in de nota zijn terug te vinden. Daarom vragen wij het
college tekst en uitleg te geven over deze koerswijziging, die
plaats heeft gehad enkele weken na de begrotingsbehandeling.
Betekent dit nu dat het oorspronkelijk criterium definitief is
verlaten en dat voortaan dergelijke kortingen, die nog te
verwachten zijn voor de culturele sector, worden uitgesmeerd
over de totale begroting? Besluit de raad daartoe bij het