9 MAART 1987
87
de betrokkenen een meer aanvaardbare regeling wordt getroffen.
Mogen wij hierop vertrouwen? De V.V.D.-fractie stemt er ook van
harte mee in, dat het college voor de keuze uit de heroverwe
gingsmogelijkheden de prioriteiten zo heeft gesteld, dat de
uitgaven voor werkgelegenheid en woonmilieu meer zijn ontzien
dan uitgaven voor de welzijnssector. Inderdaad zijn de activi
teiten op het gebied van werkgelegenheid en woonmilieu voor het
welzijn van de burger minstens zo belangrijk als de specifiek op
het welzijn gerichte uitgaven. Toch lijkt het ons dat er ten
opzichte van de sector economische zaken en werkgelegenheid niet
geheel consequent is gehandeld. De dienst economische zaken en
werkgelegenheid zelf wordt weliswaar ontzien, maar de V.V.V.
wordt wederom een subsidie-korting opgelegd. Naar onze mening
hebben de activiteiten van deze vereniging voor Breda belang
rijke economische en werkgelegenheidseffecten. Daarom is na de
subsidieverlaging met ongeveer 25$3 die sinds 1983 is doorge
voerd, een verdere korting ongewenst. Als aan een subsidie
verlaging niet valt te ontkomen, dan is het wellicht mogelijk de
voor 1988 voorgenomen korting uit te smeren over de jaren 1988
tot en met 1990. Hoe denkt het college over deze variant? In elk
geval dient de voor 1990 voorziene tranche van de korting achter
wege te blijven, ook als onverhoopt de provinciale bijdrage in
het werk van de toetsingscommissie uit mocht blijven. In dat
geval zal door het college een alternatief gevonden dienen te
worden. Graag vernemen we dat het college er voor in staat, dat
de verlaging van de V.V.V.-subsidie beperkt blijft tot die eers
te tranche van 1988. Het stemt tot voldoening dat ondanks de pri
oriteitsstelling ten nadele van de welzijnssector voor cultuur
volstaan wordt met de beperkte taakstelling van f 300.000,
voor 1989. Het college is terecht teruggeschrokken voor de
gevolgen van doorvoering van de door de werkgroep aangedragen
heroverwegingsvoorstellen. Toch is het gevaar voor deze sector
nog niet geweken, want er wachten nog omvangrijke bezuinigingen
die niet in de kadernota zijn opgenomen, zoals de resterende
HUG-taakstelling 1986, de niet gerealiseerde bezuiniging 1987 op
het Stedelijk Museum, de provinciale korting op de kunstzinnige
vorming en de mogelijke rijksbezuinigingen op het bibliotheek
werk, totaal tenminste een half miljoen belopend en waarschijn
lijk aanzienlijk meer. Is op dit moment bekend welk deel van de
bezuinigingen op het bibliotheekwerk werkelijk voor rekening van
de gemeente blijft? De V.V.D.-fractie heeft zich altijd op het
standpunt gesteld, dat om verantwoord op culturele voorzieningen
te kunnen bezuinigen eerst een visie op het kunst- en cultuur
beleid moet worden ontwikkeld. Het zal echter nog wel geruime
tijd duren.
De heer DE BRUIJN
De heer Taks geeft aan, dat de V.V.D. zegt: eerst beleid en dan
bezuinigen op cultuur. Dat heeft de V.V.D.-fractie in 2 eerdere
moties over deze zaak ook aangegeven, behalve bij de laatste
begrotingsbehandeling waarbij gezegd is: de bezuinigingen van
f 220.000,kunnen doorgaan. In welk kader moet ik dan de
laatste opmerking plaatsen?
De heer TAKS