9 MAART 1987
88
Ac
De heer De Bruijn weet hoeveel moeite we hadden met die maat
regel en dat het ook nog spannend was op een bepaald moment. We
hebben toen de conclusie getrokken die we moesten trekken als
serieuze raadsleden, nl. de begrotingspost aanvaarden. Kan een
fractie tegen de begrotingspost stemmen? Ik vraag me trouwens af
of dat eigenlijk in Juridische zin wel mogelijk is. Ik heb het
dan over de hele begroting. Dat is dan de houding, die een
kleine fractie zich misschien kan permitteren, maar een grote
college-partij niet.
De heer DE BRUIJN
Het is een kwestie van een eenduidig beleid die een fractie wel
of niet wil voeren. In hoeverre is dan zijn opmerking te
verklaren, dat hij eerst het beleid wil zien en daarna wil bezui
nigen als hij, in zijn verantwoordelijkheid als raadslid zoals
hij dat noemt, dan op een gegeven moment wel akkoord gaat met
bezuinigingen zonder het beleid dat thans voor ons ligt.
De heer TAKS
De heer De Bruijn kent het onderscheid tussen een kadernota en
een begroting.
De heer DE BRUIJN
Maar een beslissing is een beslissing.
De heer TAKS v rw.
Het is een serleuz^l beslissing, die Juridisch', zinvol is. Het is
namelijk stemmen tegen de begroting; dat heeft de heer de Bruijn
ook niet aangedurfd.
De heer DE BRUIJN
De heer Taks speelt het balletje leuk terug, maar mijn vraag in
zijn richting was: hoe hij kan verklaren dat hij nu zegt: niet
bezuinigen voordat het beleid op tafel ligt en in eerdere in
stantie heeft hij dat zelf wel gedaan. Het is prettig dat hij
het balletje terugspeelt en ik wil best eens met hem daarover
van gedachten wisselen, maar ik dacht dat de vraag andersom
gesteld was.
De heer TAKS
Ik zal even mijn betoog afmaken dan wordt duidelijk, hoe wij
onze verantwoordelijkheid in deze zien. Wij hebben altijd gezegd
dat, om verantwoord op culturele voorzieningen te kunnen
bezuinigen eerst een visie op het kunst- en cultuurbeleid moest
worden ontwikkeld. Het zal echter nog geruime tijd duren voor de
contourennota, waar we allemaal zo blij mee zijn op de heer De
Bruijn na, de vorm van een beleidsnota heeft aangenomen. Boven
dien hebben wij de indruk, dat de in de contourennota ontwik
kelde visie zeer ingrijpende en kostbare plannen behelst, die in
deze tijd van bezuinigingen niet kunnen worden uitgevoerd. Daar
om zou het college er naar onze mening goed aan doen zich op
korte termijn en vooruitlopend op de beleidsnota te beraden hoe
de genoemde bezuinigingen kunnen worden opgevangen. Wellicht is
mogelijk door een drastische maatregel in de accommodatiesfeer,
bijvoorbeeld vervanging van de zeer kostbare huisvesting van de