17 DECEMBER 1987
888
additioneel geld naar Breda toe te trekken om de continuïteit
van de projecten ook na die periode te kunnen verlengen. De
opmerking van de heer Den Boer over vrouwen en de kinderopvang
sla ik even over. Ik zou dat willen meenemen in de beantwoording
van mevrouw Paulussen. Voor dit onderwerp geldt wel, dat de
dienst economische zaken niet genoeg geld heeft om dat te doen.
Ik kom daarop dadelijk wat uitgebreider terug. De heer Bokkel-
kamp spreekt van een lijvig en pretentieus stuk. Ik ben het met
hem eens. Het is ook geen nota voor één jaar. De heer Van Dongen
heeft gezegd dat het schrijven en beschrijven niet zo moeilijk
is. Ik moet zeggen, dat het een gigantische aanslag heeft bete
kend op een relatief klein apparaat als de dienst economische
zaken om zo'n nota te presenteren, met het inspraakproces door
te gaan en het preadvies te herschrijven. Er gaat ontzettend
veel tijd in zitten. Het is dus geen nota voor één jaar; er komt
wel een jaarlijkse evaluatie-bijstelling. Ik hoop toch echt dat
we een aantal jaren hiermee kunnen werken en dat deze nota als
richtsnoer gezien wordt. De heer Van Dongen sprak over de inte
gratie met de andere sectoren en dat de kantoren zeker niet de
sluitpost moeten zijn van de grondexploitatie. Het is natuurlijk
niet zo dat, als we met een probleem zitten in de grondexploi
tatiesfeer, we dan zeggen: zet er maar een kantoor op want dan
krijg je een hoge opbrengst. Nee, het moet voortdurend een afwe
gingsproces zijn, waarbij we uitdrukkelijk vanuit een positieve
invalshoek kijken of op die terreinen in onze stad die zich bij
uitstek lenen om de concurrentieslag met andere steden aan te
gaan, vestiging van kantoren zou kunnen plaatsvinden. De heren
Bokkelkamp en De Bruijn hebben het nog uitvoerig over de bele
vingswaarde gehad. Cultuur, onderwijs, binnenstad, wonen en
recreatie, het speelt allemaal daarop in. We hebben gelukkig wat
dat betreft nog steeds een bijzonder positieve belevingswaarde.
Enige tijd geleden is dat onderzocht en dat springt er toch
positief uit. Een van de meest negatieve factoren, die althans
het bedrijfsleven presenteerde, was de moeilijkheid rond parke
ren. De heer Bokkelkamp spreekt nog over automatisering in re
latie tot een van de volgende agendapunten, de Hogeschool West-
Brabant met het automatiseringsproject. Ik mag toch ook wijzen
op het Cad-Cam-project dat met hulp van de gemeente tot stand is
gekomen. Dit is het tweede initiatief. Het is niet uniek in
Nederland, maar Breda is wel een van de eerste steden waar het
van de grond gaat komen. Wij hebben er toch hoge verwachtingen
van, dat met name van die sectoren de kleinere bedrijven gehol
pen kunnen worden met het automatiseren. Ik wil er verder op
wijzen, dat de lokale overheid inspanningen heeft gepleegd om de
automatisering op de basisscholen in Breda ingang te doen krij
gen. Ik verwijs naar het provinciale projectniveau waar het
voortgezet onderwijs met de computerisatie in contact wordt
gebracht. De heer De Bruijn heeft eveneens gesproken over de
kantoorontwikkeling. We moeten er toch rekening mee houden, dat
vandaag de dag tussen de 600 en 700 scholieren van M.A.V.O./-
H.A.V.O op de arbeidsmarkt komen. Voor een heel groot gedeelte
zijn ze aangewezen op administratieve functies. Wanneer U de cij
fers van het Gewestelijk Arbeidsbureau bekijkt met betrekking
tot de werkeloosheid blijkt dat een niet gering gedeelte van die
mensen afhankelijk is van administratieve arbeid. Wat dat be-