17 DECEMBER 1987
890
ling met onze invloed als lokale overheid in dat proces best tot
goede resultaten kunnen komen. Als U zegt: "alles gaat toch ten
onder aan het principe van winst en concurrentie", dan moet U
niet gaan discussiëren in deze gemeenteraad met deze wethouder
over de economische orde in dit land. Ik kan U in ieder geval
verzekeren dat mij niet bekend is, en tot dusverre is overigens
nog nergens aangetoond, dat er een andere economische orde über-
haubt op deze wereld zou bestaan die bestand is tegen welke re
cessie dan ook. Ook daar heeft men met nagenoeg dezelfde proble
men te kampen, zo niet erger. Dat dat wellicht optisch wordt
verdoezeld doordat men op een andere manier mensen tewerk stelt,
dat kan, maar in ieder geval heeft het winst- en concurrentie-
principe bewezen, natuurlijk in langere periodes, veel mensen
werk te kunnen verschaffen. Als U zegt: "het college heeft in
deze nota geen concrete getallen opgenomen", dan is dat terecht.
Wij hebben dat in positieve actiepunten vertaald. Daarin gebrui
ken we wel aantallen. Er kunnen een heleboel cijfers op tafel
gebracht worden. Ze staan niet in deze nota, want ze hebben
altijd een zeer incidenteel karakter. Als we dat cijfer in deze
nota hadden aangegeven, dan had U nu al met verouderd cijfermate
riaal gezeten, dus dat heeft geen enkel nut. Over de investerin
gen het volgende. Het college pleegt regelmatig overleg met be
drijven die hier investeren om te kijken of er b.v. met de leer-
/werkplaatsen gewerkt kan worden en of de conditie gesteld kan
worden: U dient Uw mensen aan te trekken uit de regionale ar
beidsmarkt. Het is echt niet zo, dat we dat aan ons voorbij
laten gaan. Het is wel volstrekt duidelijk dat wij als lokale
overheid geen mensen kunnen opleiden met aan het eind van de rit
een garantie op een arbeidsplaats. Dat zou alleen maar kunnen
wanneer we ze zelf in dienst nemen en U kent de beperkingen van
de lokale overheid bij het aantrekken van nieuwe medewerkers.
Als het gezocht moet worden in arbeidsduurverkorting, ook dan
praten we hier over een gemeentelijke nota en dat zijn zaken die
op landelijk niveau worden vastgesteld. U kent de discussies
even goed als ik. Ik heb nog een paar kleine opmerkingen in de
richting van de heer Garritsen. Met het bedrijfsterrein gaan we
zeer zorgvuldig om. Wanneer wij een bepaald terrein bestemmen
voor industriële activiteiten of activiteiten in de kantoor
achtige sfeer, dan betekent dat toch dat U dat via een bestem
mingsplan regelt, waarin de milieuparagraaf, de financiële
optiek, enz. zit. Ik moet U zeggen dat er een uitstekende samen
werking is tussen de milieumensen binnen deze gemeente en de
medewerkers van de dienst economische zaken. Ik mag daar maande
lijks getuige van zijn als voorzitter van de stuurgroep econo
mische -zaken, waarbij de milieudienst aanwezig is om de problema
tiek op elkaar af te stemmen. Over de m2-prijs in de binnenstad
het volgende. Er zijn wel eens geluiden dat die prijzen ontzet
tend hoog oplopen. Het is een hele goede zaak, en dat is in
ieder geval de insteek van dit college, dat dat zich op een
vrije markt voltrekt en dat de lokale overheid noch het instru
mentarium noch de bedoeling heeft om dat proces daadwerkelijk te
gaan beïnvloeden. Tot op dit moment zijn er in ieder geval geen
signalen binnengekomen dat vanwege die marktprijs er leegstand
in het winkelapparaat zou ontstaan. De heer Garritsen heeft de
meest recente investeringen op de Haagdijk en Brabantpark nog