17 DECEMBER 1987 891 aangeroerd. Die projecten mogen genoemd worden als het resultaat van een zeer langdurig zorgvuldig overleg, waarover de raad en de commissie vroegtijdig en ook aan het einde van de rit zijn vreugde heeft uitgesproken dat die zaken tot stand zijn gekomen. Mevrouw Paulussen richt zich op de herintredende vrouwen. Ik ga het probleem natuurlijk niet uit de weg. Het is gesignaleerd in de nota en het preadvies en het is wellicht een probleem. Wan neer herintredende vrouwen met kinderen in het arbeidsproces willen participeren, dan moet er vaak een oplossing gevonden worden voor die kinderen. Dat de lokale overheid daaraan een bijdrage kan verlenen in de vorm van kinderopvang in welke vorm dan ook, is volstrekt duidelijk. Een andere vraag is of per definitie de lokale overheid al die voorzieningen moet beheren waaraan mogelijkerwijs behoefte zou kunnen zijn. Wij kunnen dat niet. Onze financiële polsstok is daarvoor niet lang genoeg. Ik wil U toch wijzen, in overleg met de heer Van Raak, op de niet onaanzienlijke bedragen die in de Kadernota zijn uitgetrokken om in de kinderopvang verbetering en uitbreiding aan te brengen. Wat dat betreft kunnen we even lang springen als onze financiële polsstok lang is. Het Gewestelijk Arbeidsbureau is uiteraard een bijzonder belangrijke samenwerkingspartner; ik erken dat. Over een vrouw-onvriendelijke benadering van het Gewestelijk Arbeids bureau Breda heeft mij nog geen enkel signaal bereikt. Integen deel, we hebben diverse malen mogen constateren, en daarover hebben we het in de commissie van advies ook regelmatig, dat daarop zeer adequaat wordt gereageerd. Wanneer U zegt dat meer mannen dan vrouwen profiteren van diverse regelingen, dan ver wijs ik U toch naar de meest recente cijfers, die ik vanmiddag onder ogen kreeg, over het jeugd werkgarantieplan binnen de gemeente Breda. Bij de inmiddels ruim 70 plaatsen zit een groot aantal meisjes en vrouwen. Wat dat betreft is die stelling dus niet geheel verdedigbaar. Over de moties en de achtergrond daar van het volgende. Ik constateer, en wat dat betreft is er geen enkel verschil van mening tussen mevrouw Paulussen en ondergete kende, dat er geen exacte gegevens omtrent de omvang en de samen stelling van de groep, met name de langdurig werkeloze vrouwen, beschikbaar zijn. Een van de problemen die zich daarbij voordoet is de verborgen werkeloosheid. Die is niet of nauwelijks in kaart te brengen. Het ontbreken van exacte gegevens betekent echter niet, dat er geen inzicht zou bestaan in de werkeloos- heidsproblematiek van vrouwen. De overweging in Uw motie om de punten 31 tot en met 33 op te schorten, vind ik prematuur. De opvatting dat de verborgen werkeloosheid onder vrouwen relatief groot is, rechtvaardigt naar ons oordeel een adequate voorlich- tingsaanpak. Dat is precies actiepunt 31 wat wij voorstaan. Ook de beide andere actiepunten die daarin genoemd zijn, noodzaken geen uitgebreid onderzoek naar de omvang en de samenstelling van de doelgroep. Het is genoegzaam bekend, dat de opnamecapaciteit op de arbeidsmarkt en niet alleen in Breda, in ieder geval voor vrouwen kan worden verruimd. U heeft recentelijk in dagblad De Stem kunnen lezen over de minder traditionele beroepen voor vrou wen. Dat is ook een activiteit die we kunnen entameren, actie punt 32. Ik zie geen enkele reden om dat op te schorten, omdat we niet exact weten hoeveel vrouwen daarvoor wellicht belangstel ling zouden hebben. Als je het aanbod doet, dan komt de belang-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 891