17 DECEMBER 1987
892
stelling vanzelf naar voren. Actiepunt 33 heeft betrekking op de
verzorgende sector; nogal veel werkeloze vrouwen staan ingeschre
ven in de beroepsgroep verzorgend personeel. Dat gegeven, de
arbeidsmarktperspectieven in deze sector, is bepaald niet
slecht. Ik pleit ervoor om de motie niet aan te nemen en deze
actiepunten niet op te schorten, want dat is echt niet nodig.
Als U zegt: ik wil toch een onderzoek naar de omvang van die
groep hebben om wat zicht te krijgen op die verborgen arbeids
markt dan wil ik graag met U in de commissie daarover eens
discussiëren. De capaciteit van de sociografische dienst is op
dit moment voor 100% bezet, althans wat deze sector betreft. Een
ander onderzoek samen met het Gewestelijk Arbeidsbureau naar de
behoefte aan automatiseringspersoneel in deze regio, zou dat
onderzoek in ernstige mate blokkeren, maar wellicht kan het
daarna. Daarover wil ik best met U nog eens praten. Gelukkig
hadden we de moties al eerder en hebben we ze in het college
kunnen bespreken. Motie 2 wordt door ons afgeraden en voor de
zaken in motie 1 zijn in de Kadernota reeds in 1988 gelden ge
reserveerd. Als wij geld zouden krijgen en geld zouden kunnen
vrijmaken voor een uitbreiding daarvan, dan zou dat gestopt
worden in de algemene voorzieningen ten behoeve van kinderopvang
en niet specifiek voor herintredende vrouwen. Daarmee wil ik
helemaal niet zeggen, en dan kom ik terug bij de opmerkingen van
de heer Den Boer, dat door de bescheiden middelen die we hebben
een eind is gekomen aan onze inspanningen voor dekinderopvang.
Het probleem is gesignaleerd, maar als lokale overheid kunnen
wij dat probleem niet voor de volle 100% oplossen. Wat wel moge
lijk is, en daarop willen wij ons heel nadrukkelijk richten en
die toezegging doe ik in de richting van degenen die over kinder
opvang hebben gesproken, dat wij samen met het bedrijfsleven
nagaan wat daar kan en welke voorzieningen samen met het be
drijfsleven gecreëerd kunnen worden. Misschien zijn we dan op
een veel effectievere manier in staat de kinderopvang ten behoe
ve van degenen die willen participeren in het arbeidsproces te
entameren dan met de bescheiden financiële bijdrage die wij met
onze gemeentelijke spankracht kunnen verschaffen.
De heer DEN BOER
Ik wil niet de geschiedenis ingaan als een kantorenhater. Mijn
opmerking ging over het voorkomen van eenzijdigheid in de kan
torensector, gezien de ontwikkelingen In de kantorensector zelf:
de kantoren worden communicatieknooppunten en de traditionele
kantoren vallen weg. Ik heb gezegd: sterke dienstverlening is in
dit onderzoek belangrijk. Over motie 1 is het wat ons betreft
duidelijk wat het college toegezegd heeft. Wij rekenen op een
verbetering van de algemene voorzieningen. Het probleem van her
intredende vrouwen kan optreden maar de druk op de voorziening
is groter. De toezegging is gedaan, dat in samenwerking met het
bedrijfsleven verder gekeken zal worden. Voor de volledigheid
dienen ook de producenten van de voorzieningen erbij betrokken
te worden, dat lijkt mij logisch in dit kader. Over de tweede
motie heb ik een korte stemverklaring. Punten 31 tot en met 33
zijn concrete actiepunten op dit terrein. Een onderzoek, zoals
mevrouw Paulussen wil, zal op zich vertragend werken. De erva
ring is, dat we al praktisch bezig zijn geweest en halverwege de