17 DECEMEER 1987
895
uitgebracht en verstrekt aan de minister van sociale zaken die
verantwoordelijk is voor het emancipatiebeleid en die heeft het
naar de Kamer gestuurd. Kan de voorzitter van de commissie
E.Z.W. dit rapport een keer in de commissie bespreken met het
commentaar van het Gewestelijk Arbeidsbureau Breda erbij? Mis
schien herkent de emancipatie-coördinator van het Gewestelijk
Arbeidsbureau zich daar niet in en kan hij het tegendeel laten
zien van hetgeen in het rapport van alle emancipatie-coördina
toren in het hele land naar voren is gebracht. Motie 2 gaat over
het onderzoek. Je kunt de activiteiten 31 tot en met 33 heel
gericht en veel adequater aanpakken als je exacte gegevens hebt
over de omvang en de samenstelling van de groep. Ik heb uit Uw
eigen werk geciteerd. Daarin staat heel uitdrukkelijk dat U geen
exacte gegevens hebt, er is een vage schatting van de verborgen
werkeloosheid. Een onderzoek in Enschede op dit terrein heeft
dit jaar laten zien dat m.n. de verborgen werkeloosheid vaak
onbekende factoren en elementen in zich heeft. Er zijn gegevens
naar voren gekomen, die concrete aanknopingspunten waren voor
een heel gericht voorlichtingsprogramma en andere activiteiten.
Ik heb er geen bezwaar tegen als U zegt dat U het onderzoek wilt
doen. Het zou zelfs nog werk kunnen zijn voor een of meer herin
tredende vrouwen binnen het budget wat U heeft. Het onderzoek
zou voor het zomerreces afgerond kunnen zijn. Ik zou er geen
bezwaar tegen hebben als U zegt: we starten het onderzoek en we
zullen kijken in hoeverre die maatregelen een juiste schatting
zijn geweest.
Wethouder SANDBERG
In de richting van de heer Den Boer het volgende. Ik heb speci
fiek over het bedrijfsleven gesproken met betrekking tot de kin
deropvang. We moeten proberen samen te werken met die partners
die daaraan een bijdrage kunnen verlenen. In de richting van de
heer Van Dongen, wil ik het volgende zeggen: zo was het niet
bedoeld. Ik kan me herinneren dat ik de nota op mijn bureau
kreeg en ik tegen de dienst zei: prachtig, de nota is klaar en
nu gaan we aan het werk. U begrijpt dat de mensen dachten: net
of we voorheen niet gewerkt hebben. Verder ben ik het volledig
met U eens. De heer Garritsen heeft over het investeringsniveau
gesproken. Breda heeft een hoog investeringsniveau. Dat zal onge
twijfeld zijn werkgelegenheidseffecten hebben. Over privatise
ring het volgende en U kunt daar de P.N.V. gerust bij halen. Ik
moet in elk geval constateren dat datgene wat in Breda geleld
heeft tot privatisering nergens geleid heeft tot afbraak van
welke arbeidsplaats dan ook. Integendeel, de meeste projecten
hebben uitsluitend geleid tot toename van het aantal arbeids
plaatsen wat daarmee gepaard ging. Voor de specifieke aandacht
voor verschillende doelgroepen is de afdeling arbeidsinpassing
van de dienst economische zaken in het leven geroepen. Er wordt
hard gewerkt en gevochten voor deze doelgroepen. U pakt vaak het
landelijk kader om de lokale situatie te beoordelen. Ik kan U
verzekeren dat er op landelijk niveau waardering bestaat voor de
aanpak van de arbeidsmarktinpassing. Wij hanteren in plaats van
streefgetallen per doelgroep waarop al onze inspanningen zijn
gericht, alle 3 de fronten, nl. het terugdringen van de werke
loosheid tot het niveau van begin jaren *80. Als we dat hebben