17 DECEMBER 1987
909
Akkoord
795. AANGAAN VAN BESTUURSOVEREENKOMSTEN MET HET RIJK TERZAKE DE
OPVANG VAN ASIELZOEKERS.
Mevrouw HEERKENS
In de commissievergadering van september 1987 hebben wij U naar
aanleiding van de bespreking van de notitie vluchtelingenbeleid
verzocht om Uw uiterste best te doen om bij de aanvang van het
nieuwe project opvang asielzoekers beroepsmatige inzet te ver
wezenlijken. In de nieuwe opzet doet de overheid een groot be
roep op vrijwilligersorganisaties om zowel het beheer van de wo
ningen waarin de asielzoekers gehuisvest worden, als de opvang
en begeleiding voor hun rekening te nemen. Wij vinden dat je dan
nogal wat vraagt van mensen die dat op vrijwillige basis doen.
Juist door een stukje professionele ondersteuning te verlenen,
geef je aan die mensen een signaal dat je hun werk en het pro
ject serieus neemt. De P.v.d.A. is van mening, dat de aanvang
van het project verantwoord gestart kan worden met de ondersteu
ning door een functionaris voor 20 uur. Wel voegen wij hieraan
nadrukkelijk toe, dat in die 20 uur o.i. het zwaartepunt moet
liggen bij de begeleiding van de vrijwilligers bij de stichting
vluchtelingenwerk die de opvang van asielzoekers voor haar reke
ning zal nemen. In de beginfase zal naar onze inschatting het
beheer met betrekking tot de panden geen omvangrijke taak zijn
en de administratieve werkzaamheden zal de G.S.D. voor een groot
gedeelte voor haar rekening nemen. In de toekomst zouden er ech
ter wel problemen kunnen ontstaan. Daarom is het essentieel dat,
indien er uit de door U toegezegde evaluatie blijkt dat er knel
punten optreden, hetzij op het terrein van beheer en administra
tie, hetzij met betrekking tot de begeleiding van de opvang, er
dan mogelijkheden zijn om tot uitbreiding van uren over te gaan.
Die financiële ruimte zit o.i. met name tussen het 2e en het 3e
jaar, kijkend naar de budgetopvang en wellicht ook het fonds
opvang asielzoekers. We begrijpen dat de kosten voor bijzondere
bijstand en dergelijke op voorhand moeilijk in te schatten zijn.
Een aanvangspositie van 20 uur beroepsmatige ondersteuning, het
zwaartepunt en de begeleiding van de opvang en een mogelijke
uitbreiding zijn voor ons argumenten om positief te staan tegen
over dit voorstel. Daarbij hebben we in de commissie gezegd dat,
als er nu een duidelijke visie in de gewenste richting geweest
zou zijn, dat er snel gestart kan worden en het college het voor
stel niet weer aan de commissie hoeft voor te leggen. Nu moet
eerst het p.i. zich nogmaals over de materie buigen en daarna
komt het in de commissie. Het project is niet gebaat bij een
dergelijke vertraging. Wij wachten de resultaten nu af. Hoewel
we tevreden zijn met de bereidwillige opstelling van de gemeente
om vanaf het begin mee te werken aan de nieuwe regeling, vinden
we het beschikbaar stellen van 100 plaatsen per jaar magertjes
voor een gemeente als Breda. We weten dat de vrijwilligersorga
nisaties zelf hebben aangegeven, dat dit aantal gezien de opvang
capaciteit voorlopig het maximum haalbare is. Bij de eerste eva
luatie zou echter al kunnen blijken dat met de verleende profes
sionele ondersteuning en een eventuele uitbreiding daarvan, meer
plaatsen gecreëerd kunnen worden en een redelijke opvang gewaar-