9 MAART 1987 94 2. het in bijlage B. van deel III geraamde bezuinigingsbedrag ad een f 1.581.000,als randvoorwaarde voor de onder 1, genoemde gel nadere besluitvorming gehandhaafd blijft, in principe ten gen laste van de sportsector en, indien en voor zover de nadere kun besluitvorming daartoe leidt, ten laste van de in bijlage A. gri van deel III vermelde heroverwegingsmogelijkheden welke niet res zijn opgenomen in bijlage B. van deel IIIj ris alg en gaat over tot de orde van de vergadering eva ver PAUZE hoe ond De VOORZITTER heropent de vergadering. hoo opz De heer DE BRUIJN 1. De voor ons liggende kadernota is meer dan een kadernota. Immers de kadernota had oorspronkelijk tot doel de raad een handvat te geven om vroegtijdig de verdeling van de budgettaire capaciteit voor het eerstkomende jaar te beïnvloeden. Twee aspecten zijn in deze nota daaraan toegevoegd, te weten de invulling van het programakkoord en de bezuinigingen op middellange termijn. Over de budgettaire capaciteit en het meerjarenperspectief het vol gende. De verschillen die in deze kadernota naar voren komen in vergelijking met de begroting 1987 zijn fors. Voor een langere termijn beleid maken dergelijke ontwikkelingen de mogelijkheden welhaast onvoorspelbaar. Het bestuursakkoord „zo.a^Ls het is afge- sloten moge hieriri^enige verbetering brengen;* Politiek belang- •>r rijke aspecten bij de verbetering van de capaciteit voor 1988 zijn de verhoging van de o.g.b. voor de eigenaren en de inzet van de Enwa-goodwillDe verhoging van de og.b-tarieven voor eigenaren is een inhaaloperatie ten opzichte van de ontwikkeling 2. rond de gebruikerstarieven of anders gezegd nog een voortvloei sel uit de koppeling aan de 2%-stijging, zoals in de kadernota van 1987 was aangegeven. Hierover is in het verleden genoeg gezegd. Voor de komende jaren is deze automatische stijging, de koppeling aan het stijgende prijsniveau, losgelaten. Het college wil echter onvoorziene omstandigheden voorbehouden en de tarie ven in de toekomst aan de feitelijke prijsontwikkelingen aan passen. Met name het genoemde voorbehoud baart ons zorgen. Immers, uitgaande van de huidige macro-economische ontwik kelingen zou een negatieve invloed op de budgettaire capaciteit op langere termijn, dus na 1988, te verwachten zijn. Een invulling in deze zin is niet opgenomen, waarmee dat voorbehoud 3. al is ingebakken. Wat betreft de inzet van de Enwa-goodwill krijgt D'66 het gevoel dat we ons op korte termijn "rijk" rekenen, terwijl de problemen naar de toekomst worden doorge schoven. Door de voorgestelde inzet is een negatieve ontwik keling van de capaciteit op lange termijn het gevolg. Het af wachten van tegen die tijd nieuwe, positieve ontwikkelingen is "koffiedik-kijken" en houdt een financieel risico in. Deze twee genoemde voorbeelden, alsmede de in de toekomst liggende feite lijke ontwikkelingen maken het uitermate speculatief de budget taire capaciteit voor de periode na 1988 te bepalen. Wel zijn we met het college van mening dat het geven van inzicht in de nu bekende situatie en het uit zetten van lijnen naar de toekomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 94