9 MAART 1987 95 een goede zaak is. Inzicht in de toedeling van de beschikbare gelden naar de sectoren is niet terug te vinden in de voorlig gende nota; ons inziens is dit een omissie. Om een afweging te kunnen maken aangaande de gewenste geldstromen moeten we terug grijpen naar de begroting 1987. Het uitgebreide inzicht in de reserves en de risico-positie is een goede zaak. Gegeven de risico's kunnen wij akkoord gaan met het versterken van de algemene reserves. Uit het overzicht van de reserves en budget- evaluatiefondsen blijkt een hoeveelheid van blokkeringen uit het verleden. Onze vraag is: zijn al deze blokkeringen nog reëel en hoelang kunnen deze worden gehandhaafd? Tot slot van het eerste onderdeel van ons betoog: de relatie met het programakkoord. In hoofdlijnen vinden we het programakkoord terug in de financiële opzet. Drie kanttekeningen echter moeten wij er bij maken: 1. de sector welzijn lijkt ondergeschikt te zijn gemaakt aan het werkgelegenheidsbeleid. D'66 is van mening, dat er een onderlinge samenhang bestaat tussen de ontwikkelingen in de werkgelegenheidssector en de welzijnssector. Onder andere de toenemende vrije tijd en de harde kern van kansarmen op de arbeidsmarkt nopen ons er juist toe de sectoren werken en welzijn aan elkaar te koppelen, zonder dat welzijn een afge leide wordt. In de commissie is op een vraag hierover onzer zijds geantwoord, dat in de uit te brengen nota sociaal eco nomisch beleid hier aandacht aan zal worden geschonken, op welke wijze, in welke mate en in welke relatie is volstrekt onduidelijk. Het nu aangeven van financiële kaders en later met beleid komen biedt de raad vrijwel geen speelruimte om een goede afweging te maken. Dit is een omgekeerde werkwijze die in Breda helaas usance lijkt te worden. Wij komen hier straks nog op terug; 2. in de kadernota wordt aangegeven dat Uw college van mening is, dat beleidsvoornemens die nu niet gehonoreerd zijn (o.a. bij de toedeling van nieuw beleid), duidelijk lager in prio riteit scoren en niet in de toedeling van de nog beschikbare ruimte moeten worden betrokken. Het zal U duidelijk zijn dat wij het daarmee volstrekt oneens zijn. Een niet onbelangrijk deel van het programakkoord is gewijd aan de relatie burger - bestuur. In de voorliggende nota is hier geen of nauwelijks invulling aan gegeven. Gelet op het belang dat D'66 hieraan hecht, vragen wij middels een motie dit beleidspunt gestalte te geven en de mogelijke financiële consequenties zo nodig ten laste te laten komen van de nog beschikbare ruimte; 3. evenals bij de begroting 1987 is het nu niet gelukt om de evaluatie van het emancipatie - facetbeleid bij de behande ling volwaardig te betrekken. De voortgangsrapportages van zowel het minderhedenbeleid als de vrouwenemancipatie zullen pas na deze kadernota behandeld worden. In de, eveneens nog te bespreken, nota personeelsbeleid wordt aan het einde nog net iets meegenomen over vrouwenemancipatie, en wel in de vorm van nog te verrichten activiteiten en inspanningen. Over de emancipatie van etnisch culturele groepen wordt echter niet gerept. De toezegging is gedaan, dat bij de eerstvol gende aanpassing van deze nota meer aandacht zal worden geschonken aan de vrouwenemancipatie. Wij vragen het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1987 | | pagina 95