7 MAART 1988
107
rle van V.R.O.M. gevoerde overleg. Hoe staat het met dit overleg
en wanneer kunnen de resultaten hiervan worden voorgelegd? Ik
kom tot een afronding van mijn betoog. Hoewel ik een aantal
kanttekeningen heb geplaatst, wil ik Uw college en het gehele
gemeentelijk apparaat toch dankzeggen voor de wijze waarop men
zich, in deze bepaald niet gemakkelijke tijden, voor onze goede
stad Breda inzet. Ik hoop en verwacht dat men ook de komende
tijd met grote betrokkenheid zijn of haar werk zal verrichten.
De heer TAKS
De gemengde gevoelens, waarmee het college vorig jaar de kaderno
ta 1988 presenteerde, hebben bij de nu voorliggende kadernota
plaatsgemaakt voor de in voorzichtige bewoordingen vervatte
conclusie, dat de kenmerken van een zich langzaam herstellend
financieel beeld duidelijk worden. De V.V.D.-fractie onder
schrijft deze conclusie van het college. Voor het eerst sinds
jaren is er weer uitzicht op een sluitende begroting zonder dat
daartoe aan de burgers structurele lastenverzwaringen hoeven te
worden opgelegd. In 1989 zal kunnen worden volstaan met een aan
passing van de belastingtarieven aan de feitelijke prijsontwik
keling, wat in het ongunstigste geval neerkomt op een lichte
tariefverhoging. Ook doet zich voor het eerst sinds jaren weer
de situatie voor, dat de raming van de budgettaire capaciteit
een structureel overschot van substantiële omvang te zien geeft,
dat additioneel kan worden ingezet voor nieuw beleid. De verbe
tering van het financieel perspectief is voor ons overigens geen
verrassing want, zoals al eerder door de V.V.D.-fractie is gesig
naleerd, er waait sinds enkele jaren vanuit Den Haag een minder
gure wind in gemeentelijke richting. De positieve bijstelling
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die kort voor
de begrotingsbehandeling 1988 bekend werd, vormt mede de beves
tiging van een koerswijziging bij het rijk. Door deze structure
le verhoging van de gemeentefondsuitkering en niet in de laatste
plaats dankzij de heroverwegingsoperatie 1988-1990 ziet de finan
ciële toekomst van Breda er weer wat zonniger uit. Naar onze
mening mag daarbij zeker niet uit het oog worden verloren dat
zonder de eigen gemeentelijke heroverwegingsmaatregelen, die in
1989 in totaal f 2.159.000,belopen, het financieel beeld heel
wat minder florissant zou zijn. Vandaar dat wij het college in
zijn voorzichtige aanpak willen volgen. Het is inderdaad beter
voorlopig de adem in te houden want de dreiging van nieuwe rijks
bezuinigingen wijkt nooit. Evenals bij de begroting 1988 het
geval was, zou zich bij de begroting 1989 een verslechtering van
de budgettaire capaciteit ten opzichte van de kadernota 1989
kunnen voordoen, veroorzaakt door mogelijke bezuinigingsmaatre
gelen van de rijksoverheid en andere tegenvallers. Daarom blijft
ook in 1989 een terughoudend beleid geboden. Bij de invulling
van de begroting voor het komend jaar gaat de kadernota uit van
een structureel overschot van f 1.132.000,Door het college
wordt voorgesteld daarop enkele correcties toe te passen, waar
door een overschot resteert van f 1.173.000,dat kan worden
ingezet voor het creëren van nieuw beleid en voor het versterken
van bestaand beleid. Bij deze wijzigingsvoorstellen wenst de
V.V.D.-fractie enkele kritische kanttekeningen te plaatsen. Het
voorstel om de zogenaamde I.H.M.-post met f 400.000,te ver
lagen tot f 800.000,en dit bedrag toe te voegen aan het struc
turele overschot getuigt naar onze mening van een erg optimis
tische verwachting over mogelijke grondtransacties in de loop
van dit jaar. Kan het college onze twijfels hieromtrent weg-