7 MAART 1988
110
kadernota 1988 als bij de begrotingsbehandeling 1988 hebben wij
het college opgeroepen een alternatief heroverwegingsvoorstel
voor te bereiden om handhaving van de Van Sonsbeeckpark-com-
plexen veilig te stellen en op andere wijze in de noodzakelijke
bezuinigingen te voorzien. Wij stellen met voldoening vast, dat
een dergelijke oproep nu niet meer hoeft te worden gedaan. Het
thans voorliggende voorstel handhaaft immers het zwembad Het Ei,
de ouderensociëteit Den Uitschiet, de tennisbanen en het N.A.C.-
stadion, zij het met uitzondering van de zijterreinen. De
oplossing die het college heeft gevonden voor de financiële con
sequenties, maakt een gedegen indruk. Vanuit de algemene reserve
wordt een voorziening getroffen van zodanige omvang dat de tota
le jaarlijkse kapitaallasten middels deze voorziening kunnen
worden verrekend. De voorziening maakt geen deel uit van de
reserve en kan niet worden ingezet voor de opvang van eventuele
risico's. Deze opzet ligt in het verlengde van de o.a. door de
V.V.D.-fractie gedane suggestie om de totale boekwaarde in een
keer af te boeken ten laste van de algemene reserve. Dat door
onze suggestie de kostenstructuur zou worden versluierd zoals
het college stelt, moge juist zijn. Dit bezwaar heeft alleen
theoretische betekenis, tenzij toch nog met de gedachte wordt
gespeeld op termijn de toekomst van het Van Sonsbeeckpark in
relatie tot andere voorzieningen weer ter discussie te stellen.
Wellicht zou het dan toch beter zijn de boekwaarde af te schrij
ven. We hebben overwogen daartoe een amendement in te dienen,
maar bij nader inzien, zien we daar vanaf, omdat ook complexen
met een boekwaarde van f 0,kunnen worden afgestoten als de
raad dat wil. Met enige bezorgdheid wachten wij af, hoe de in
verband met de exploitatielasten van de voorzieningen resterende
taakstelling ad f 3^2.000,zal worden ingevuld. Naar onze
mening zouden tariefverhogingen en subsidieverlagingen in de
sportsector bij voorkeur achterwege moeten blijven. Het is
wellicht mogelijk een oplossing te vinden door privatiserings
maatregelen, bijvoorbeeld de verkoop van het zwembad Wolfslaar
of andere accommodaties. Kan het college al enige opheldering
geven over de richting waarin wordt gedacht? Wanneer mogen
nadere voorstellen tegemoet gezien worden? Nu het N.A.C.-stadion
gehandhaafd blijft, vragen nog enkele problemen in dit verband
de aandacht. In de eerste plaats is er het meningsverschil met
N.A.C. over een mogelijke wijziging van de bestemming van de
bijvelden. Aan welke alternatieve bestemming wordt door het
college gedacht? Welke opbrengst wordt daarvoor geraamd? Gezien
de praktische problemen die de huurder ondervindt als niet meer
over deze velden kan worden beschikt en de ongetwijfeld zeer
hoge kosten verbonden aan het creëren van een oefenmogelijkheid
elders, meften wij dat de huidige bestemming van de bijvelden zo
mogelijk gehandhaafd moet blijven. In de tweede plaats moet er
ook nog een regeling worden getroffen in verband met achter
stallig onderhoud en de brandpreventieve voorzieningen. Heeft
het college een beeld van de daarmee gemoeide kosten? Tegen deze
achtergrond vragen wij ons af, of het toch niet beter is de
mogelijkheid van privatisering van het totale N.A.C.-complex,
zoals eerder door ons bepleit, nog eens onder ogen te zien,
zulks uiteraard op basis van voorwaarden die de gemeentelijke
belangen veiligstellen. Is het college bereid, als N.A.C.
daarvoor belangstelling toont, het overleg over verkoop te
hervatten? Wat betreft de andere poot van de heroverwegings
operatie in de sector sport en recreatie, de Lovensdijkoperatie,
hebben wij de indruk dat het overleg met de diverse verenigingen