7 MAART 1988 113 haar financiële weerslag zal krijgen. Toekomst gerichte beleids lijnen zijn dus nauwelijks te vinden, maar ook het terugzien naar voorafgaande jaren wat betreft het beleid is geen sterk punt. Natuurlijk, de rekeningscommissie zal hierbij een belang rijke rol kunnen gaan spelen, maar de mening van het college over het lopende beleid en de ontwikkelingen daarin zouden reeds hier op zijn plaats zijn. Wij verzoeken het college deze hoofd lijnen van beleid in de toekomst weer bij de behandeling van de kadernota te betrekken. De invulling hiervan zien we terug bij de begroting. Inzake de rekeningcommissie het volgende. In het nu lopende, eerste leerproces kan de functie niet echt groot zijn. Echter na het inlopen van de achterstand in rekeningen, waarbij een compliment past voor de betrokken medewerkers, zul len we de doelmatigheid van het beleid moeten gaan bekijken, evenals de gevolgen van eerdere financiële maatregelen, te denken valt aan de H.U.G. en andere bezuinigingsoperaties. Voor af zullen we ons wel moeten buigen over wat we verstaan onder doelmatigheid. Doelstellingen zullen hiervoor moeten worden geformuleerd en mogelijk zelfs gekwantificeerd. Bovendien speelt dan de vraag: "hoe is resultaat meetbaar?" Enkele vraagstukken die we met zijn allen eerst moeten oplossen. Voor D'66 is een heldere presentatie in ieder geval onontbeerlijk. Inzake de fi nanciële kaders voor het beleid in 1989 lijkt er wat meer lucht te zijn ontstaan. Laten we er evenwel niet te optimistisch over zijn. Naast de al eerder gememoreerde nieuwe alsook de aan te passen beleidslijnen, baart de landelijke financiële ontwikke ling ons zorgen. Waar zullen budgetoverschrijdingen toe leiden? Wat is er te verwachten van generieke kortingen of kortingen bij departementen? Hoe zal het gaan met de evenredige deelname van de lagere overheden in positieve budgetbijstellingen? Op deze vragen is geen direct antwoord te geven. Wel vragen we het college ons nauwgezet op de hoogte te houden van de ontwikke lingen van de acties van de V.N.G. Wat dit laatste betreft is er van de positieve effecten, tot nu toe nauwelijks of niets te merken geweest. Dit deel zal door gemeente nog bevochten moeten worden. Terzake de ontwikkelingen van de budgettaire capaciteit binnengemeentelijk zien we de toegezegde nadere toelichting op de risicopositie en de discussie rond de geblokkeerde middelen tegemoet. In de verhouding college - raad zien we in de loop der tijd enige verbetering. Immers, in enkele commissies worden geregeld ambtelijke nota's voorafgaande aan de definitieve collegestandpunten, besproken. Dit is een goede zaak. Waar het zo nu en dan nog wel aan schort is de Informatievoorziening. Te vaak nog moeten we uit de krant vernemen wat het college van plan is. De VOORZITTER Wij zelf ook vaak. De heer DE LEEUW Dan kunt U nagaan op welke plaats wij komen. Toegegeven, het zal niet altijd te vermijden zijn, maar directe en gelijktijdige informatie aan de raad c.q. de commissies Is toch nodig. Wij vragen hiervoor Uw aandacht. Bij zowel interne als externe infor matievoorziening is automatisering onmisbaar. Wellicht verdient het aanbeveling hiervoor een zgn. "Informatie-statuut" te ont werpen. We vragen hiervoor een discussie in de betreffende commissie. Het functioneren op hoofdlijnen is nog niet echt van de grond gekomen. Het bezien van verdere mandatering naar col-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 113