7 MAART 1988 115 overheid daarbij kan spelen. Gegeven het beperkte kader is D'66 van mening, dat er in Breda heel wat gebeurt. Echter, wellicht is het mogelijk nog wat efficiënter te werk te gaan. Wanneer we constateren dat voor verschillende initiatieven een beroep ge daan wordt op dezelfde doelgroep en dat de onderlinge coördina tie niet echt tot stand is gekomen, vragen we ons af of uitwis selingen tussen de verschillende initiatieven van personen en het werken met een gezamenlijk bestand niet verkieslijk is. Als voorbeeld kunnen we noemen de doelgroep werklozen onder de 21 jaar. Op diverse manieren wordt deze doelgroep benaderd, maar de verschillende regelingen werken o.i. te veel geïsoleerd. Juist ten behoeve van de doelgroep is een dergelijke, mogelijk ge meentelijke, coördinatie een duidelijke verbetering. Op deze manier kan wellicht de werkeloze iets meer geboden worden. Is het mogelijk om dit op basis van een discussienotitie te bespre ken in de commissie e.z.? Inzake de automatisering richt het beleid zich op dit moment vooral op de investering in materiaal en opleiding. Het standaardiseren van machines en het gebruik maken van bestaande software is financieel aantrekkelijk, maar kent ook zijn beperkingen in gebruik en bescherming van privacy. Daarnaast is het nu niet duidelijk wat de financiële gevolgen zijn van het operationeel en up to date houden van diverse bestanden. Daarom vraagt D'66 vooral aandacht voor de privacy bescherming en tevens een inzicht in de financiële gevolgen van het operationeel en up to date houden van de geautomatiseerde informatie. Over milieu het volgende. In de voorliggende kader nota is een bedrag opgenomen voor het onrendabele deel van de stortkosten. Voor ons blijft onduidelijkheid bestaan of dit bedrag toereikend is, zeker gezien de financiële afwikkeling van de percolaatbehandeling. Een tweede probleem blijft het uitblij ven van de rijksbijdrage van f 700.000,voor de groenvoorzie ningen. Kan er een toelichting hierop komen? Over de welzijnskor- ting het volgende. De niet automatische doorberekening van de welzijnskorting is naar de mening van D'66 juist. Echter de gedeeltelijke bezuiniging, die wel naar de dienst welzijn wordt doorberekend, baart ons zorgen. Diverse sectoren zijn naar onze mening al zo "uitgekleed"dat verdere bezuinigingen een directe aantasting betekent van het uitgestippelde c.q. uit te voeren beleid. Het is daarom wenselijk dat er, voordat er een defini tieve invulling plaatsvindt, overleg is met de betreffend- commissies, waarbij de in het verleden aangegeven beleidslijnen mogelijk moeten worden geactualiseerd, bijvoorbeeld de nota plussen en minnen. Het ophogen van het steunfonds terzake het minimumbeleid is een goede zaak. Echter, zal dit bedrag voldoen de zijn, Wanneer we kunnen constateren dat er een verruiming van kwijtscheldingsmogelijkheden aan zit te komen? Afsluitend kan D'66 constateren dat er diverse positieve ontwikkelingen zijn te constateren, bijv. in de relatie burger - bestuur, maar dat verdere invulling nog nodig is. Het meerjarenperspectief lijkt wat minder somber maar vele zaken zullen in de komende jaren op deze en de volgende gemeenteraad afkomen, waarvoor nog geen financiële raming mogelijk of aanwezig is. De functie van de kadernota als afbakening van de hoofdlijn van financiële moge lijkheden en van beleid moet worden behouden en moet zelfs worden versterkt. De relatie college - raad behoeft nog steeds verbetering. Mevrouw PAULUSSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 115