8 MAART 1988 139 teerd dat hier sprake is van een rechttrekken van een achter standssituatie. De door de V.V.D. voorgestelde fasering, hoe sym pathiek ook, zou een extra achterstand betekenen. Tegen die ach tergrond is het college dan ook van mening dat niet ingegaan moet worden op deze op zich sympathieke suggestie. De heer TAKS Dat is een belangrijke constatering: een sympathieke suggestie. Misschien komt er straks nog een meevaller. We blijven hopen en herhalen Wethouder RöMKENS Wie weet! Door C.D.A. en V.V.D. is positief gereageerd op de voorstellen van het college om met ingang van 1989 een eerste aanzet te geven in het kader van de zogenaamde imago-verbete ring. Om tot een zorgvuldige beoordeling omtrent de inzet van dit bedrag te kunnen komen is een ambtelijke werkgroep ingesteld die vóór de begrotingsbehandeling een rapportage moet hebben afgerond op grond waarvan het college bij de begroting 1989 voor stellen over de inzet van de middelen zal presenteren. Dit bete kent dat bij de begrotingsbehandeling 1989 de raad expliciet een uitspraak kan doen over de concrete inzet van bedoelde 250.000,Uiteraard zal bij de uitvoering nagegaan worden of en in welke mate werknemers van de sociale werkvoorziening kun nen worden ingeschakeld. Mede op basis van de eerdergenoemde rapportage zal tevens een besluit genomen moeten worden bij de Kadernota 1990 over verruiming van de mogelijkheden ten laste van de nog niet ingevulde ruimte voor nieuw beleid. Het onder deel financiën wil ik graag afsluiten met een standpunt van het college op het amendement van de heer Garritsen, omdat dat toch een financieel-technische aangelegenheid is. Het zal duidelijk zijn dat het college gemotiveerd in deze Kadernota heeft aange geven waarom gekozen is voor een voorziening. Dat wijst de heer Garritsen af blijkens zijn amendement en het college wijst dan op haar beurt het amendement van de heer Garritsen af. Over ste delijk beheer het volgende. Ik zal mij niet meer laten verleiden tot beschouwingen over het al of niet penetrerende vermogen van de P.v.d.A. ten aanzien van het gebruik van de term "stedelijke vernieuwing" in plaats van "stedelijk beheer". Ik houd me maar aan de terminologie van het programakkoord. Wanneer de P.v.d.A. vraagt of het college de visie deelt zoals die ten aanzien van stedelijk beheer door de fracties wordt bepleit, dan vind ik dat een overbodige vraag. In het concept van de "eerste schets" ko men - zoals iedereen kan lezen - die punten aan de orde, waarbij dan tevens wordt aangekondigd dat de ruimtelijke uitwerking in de structuurschets zal plaatsvinden. Wellicht zal mevrouw Rat- tink daarop nog ingaan. Tegelijkertijd hebben we toen de nota buurtbeheer aangekondigd in het verlengde van het geheel om die te presenteren als een drieluik. Ten aanzien van de concrete vraag met betrekking tot de westtangent: die komt binnenkort aan de orde in de al genoemde structuurschets, die via de afdeling ruimtelijke ordening in goed overleg met wethouder Rattink wordt gerealiseerd De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 139