8 MAART 1988 lH2 Breda. Als je daaraan iets wilt doen, dan zijn er internationale ing afspraken nodig. 198 gie De heer GARRITSEN kee De Stichting Natuur en Milieu voert op dit moment een actie met wee name tegen de Shell en tegen de zure regen. Daarom vind ik het die belangrijk om dat aspect ook te noemen. civ bet Wethouder RöMKENS ron Ik wil best met U in discussie gaan, maar dat gaat van mijn tijd g0e af. Als de P.v.d.A. een vraag stelt over de lokale situatie, dan tin ga ik op de eerste plaats na hoe de verzuring in Breda veroor- an zaakt wordt. Ik kom dan tot de conclusie dat los van de zure re- mot genproblematiek in zijn algemeenheid voor Breda met name de em- pub missies van het havengebied in Antwerpen en de Amercentrale in gew Geertruidenberg bepalend zijn. Dat zijn bovenlokale en zelfs In ternationale situaties. Dat zegt niets over andere zaken. Inzake pau de lokale aanpak moeten we zoveel mogelijk kijken naar welke mo gelijkheden wij hebben. Voor de stookinstallaties van bedrijven pe waarvoor de "emissie-eisen stookinstallaties Hinderwet" van toe passing zijn, zijn in het programma van 1988 in het kader van Wet het werkprogramma van de sector milieuhygiëne van de milieu- dienst extra ruimten ingeruimd om daaraan aandacht te schenken. heb De gemeente kan in haar energiebeleid een bijdrage leveren aan Zij de emissiebeperkingen. We denken aan het stimuleren van overleg 19)3 met de provincie over het gebruik van warmtekracht-koppeling, hee benutting van restwarmte en toepassing van duurzame en alterna- Wij tieve energiebronnen bij bedrijven. Bij de opstelling van bestem- mingsplannen dient zoveel mogelijk rekening te worden gehouden heb met de toepassing van duurzame energiebronnen en verminderd ener- raa giegebruik. Mogelijk kunnen in de toekomst de consequenties van peg de verkeers-milieukaart in politieke daden worden omgezet. Deze reg zaken zullen ook in de op korte termijn uit te brengen nota ener- $e giebeleid nadrukkelijk worden verwoord als beleidsuitgangspun- ove ten. Het zal duidelijk zijn dat tegen de achtergrond van het ^en voorafgaande ons college al dan niet via het stadsgewest, indien Per daartoe geroepen, positieve steun zal geven aan de emissiebeper- Pen king van de nieuwe Amercentrale die, in tegenstelling tot de ver- onderstelling van de P.v.d.A., niet op Moerdijk, doch in Geertui- ste denberg zal worden gerealiseerd. Voor wat betreft de vraag van te de P.v.d.A.-fractie inzake de 5%-besparing gasverbruik van de gan actie die op dit moment gaande is, kan ik U mededelen dat deze hre vraagstelling zal worden betrokken bij het aan de raad te presen- het teren nieuwe gemeentelijk energiebeleid. Afrondend wil ik stel- pos len dat de suggestie van het C.D.A. om het MEC een steeds belang- paa rijker rol te laten vervullen in de ontwikkeling van het milieu- n}e bewustzijn bij de burger in de richting van milieubewust hande- p]_a len door mij graag wordt overgenomen. Het MEC wordt op diverse noc terreinen ingezet. In samenspraak met wethouder Rattink wil ik voc een enkel woord zeggen in de richting van de heer Garritsen met par betrekking tot de strekking van zijn motie over de zuidelijke var rondweg. De heer Garritsen meent in zijn motie te moeten stellen meQ dat de gemeenteraad tot op heden nauwelijks enige informatie heeft ontvangen over de voortgang van de aanpassingen van de uw zuidelijke rondweg. Mevrouw Rattink zal er dadelijk verder op ner

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 142