8 MAART 1988
150
lei kwalificaties voorzien. Ze is verklaarbaar vanuit een toe
komstgericht handelen. De integratie van de welzijnsuitkering in
het gemeentefonds staat voor de deur. We spreken nu over de
zichtbare negatieve effecten, maar het blijft mogelijk dat de in
tegratie van financiële stromen ook positieve effecten kent, met
name de vereveningsbijdrageWij werken naar een systeem van in
tegrale financiële afweging en in deze Kadernota nemen we hierop
reeds een voorschot bij de invulling van de welzijnskorting. Het
was binnen deze integrale afweging niet mogelijk het geheel op
te vangen, zodat een taakstelling van 386.000,specifiek
voor de welzijnssector resteert. In deze afweging heeft meege
speeld dat hoofdpunten uit het programakkoord te weten: de kin
deropvang, het gecoördineerd ouderenbeleid en het vrijwilligers
werk gevrijwaard worden bij de invulling van deze taakstelling.
Hier is op basis van een vertaling van de 13% bezuiniging een
bedrag van 167.000,mee verbonden. Nieuwe taken op het ge
bied van het ouderenwerk zoals woontussenvoorzieningen en flanke
rend beleid zijn op basis van nadere besluitvorming binnen het
college ook vrijgesteld van bezuinigingen. De nadere invulling
van deze taakstelling van 386.000,zal gaan plaatsvinden
door een kwalitatieve waardering van de activiteiten die ressor
teren onder de welzijnswet. Dit levert een aantal "onderzoeksge
bieden'1 op, die voor verdere studie in aanmerking komen. Op
basis van deze rapportages zal het college een standpunt bepalen
over de definitieve invulling. Vrijstellingen buiten de straks
genoemde zijn nu niet aan de orde, zoals mevrouw Paulussen ver
zocht. Wij zeggen U toe deze rapportages als onderliggende stuk
ken bij de begrotingsbehandeling in de commissies te zullen aan
bieden, zodat dan de gevraagde verdere gedachtenwisseling kan
plaatsvinden. De vraag van mevrouw Paulussen of een overzicht
van de bezuinigingen vanaf H.U.G.-I aangeleverd kan worden, moe
ten we gezien de enorme hoeveelheid tijd en energie die daarmee
gepaard zou gaan, afwijzen. Wij hebben U een eerste aanzet, een
poging tot een overzicht proberen aan te reiken met betrekking
tot de bezuinigingen vanaf H.U.G.-II. Ik zie de heer Römkens
glimlachen, want hij heeft ook een correctie de deur uit zien
gaan. De verdere afdekking van de welzijnskorting met een bedrag
van 129.000,dient gezien te worden in het licht van een in
tegrale afweging en niet specifiek in relatie tot nieuw beleid.
Vooraf wil ik daarbij nog een dreigend misverstand wegnemen. Zo
wel bij de C.D.A. als bij de V.V.D. bemerk ik een strikt onder
scheid tussen bestaande en nieuwe activiteiten. De presentatie
in de Kadernota roept dit misschien op, maar gelukkig vindt er
in het bestaande werk voldoende anticipatie op nieuwe zaken
plaats. Juist als het gaat om vrijwilligerswerk en de noodzake
lijke herwaardering hiervan vinden in de zorg- en in de sociaal-
culturele sector forse koersontwikkelingen plaats. Dat brengt
mij bij een aantal sprekers die zeer veel belang hechten aan het
vrijwilligerswerk en de accommodaties en een heldere stelling-
name vragen ten opzichte van het voorzieningenpeil van de wel
zijnsvoorzieningen. Juist deze zaken liggen ten grondslag aan
onze praktische en prudente omgang met de welzijnskorting. Wan
neer straks nieuwe beleidszaken in de sector aan de orde zijn,
gehandicapten, alcoholmatiging, vrijwilligerswerk e.d., dan zal
er een integrale afweging plaats dienen te vinden. Tegen de