152
mits er iets gedaan wordt aan de bestrijding van eventuele ge
luidsoverlast. met
zul
Wethouder RATTINK comi
De 4e nota ruimtelijke ordening houdt veel fracties bezig en te- van
recht. Die nota legt straks accenten voor rijksbeleid en voor zo- gaa
ver wij op perspublicaties en al ingezet rijksbeleid kunnen af- ale
gaan zullen die accenten zeker op de randstad liggen. Belangrijk en
is dat de regio zich profileert en het is zeker belangrijk dat de
Breda dat doet. De nota stedelijk beheer was een eerste aanzet. Vol
De structuurschets die over enkele weken verschijnt zal de ruim- zoe
telijke mogelijkheden, de potenties van Breda duidelijk moeten ver
uitdragen. Breda zal een sterk, eigen gezicht moeten tonen. In zoe
"Kansen voor Brabantse Steden" gaat de provincie vooralsnog uit wij
van de Brabantse stedenrij bij het presenteren van het provin- toe
ciaal beleid. De provincie onderschrijft in dat zelfde stuk dui- spr
delijk de mogelijkheden voor Breda. Maar ook bij de provincie ver
zullen we op zwaardere accenten voor Breda moeten aandringen. 198
Dat men bereid is de positie van Breda te ondersteunen, blijkt kom
onder andere concreet uit de steun, en de heer Sandberg heeft op
het daarnet ook al aangegeven, die Breda krijgt in het structuur- bes
schema bedrijventerreinen ten aanzien van de nog te ontwikkelen rin
terreinen. Vanzelfsprekend zullen wij onze uiterste best doen, hee
zoals de raad ook vraagt, om de positie van Breda zowel provin- pla
ciaal als landelijk voor het voetlicht te brengen. De structuur- rio
schets verschijnt dus over enkele weken. Op 17 maart a.s. zal de gen
4e nota ruimtelijke ordening openbaar worden. Zoals het er nu men
naar uit ziet, en even leek het daar niet naar, zal er ook een nie
inspraakprocedure aan gekoppeld worden. Op de vraag van de heer om
Taks het volgende. Het college van Breda zal met de betrokken wor
commissies het standpunt van Breda in die inspraakronde samen de
moeten vaststellen. Dat is dan misschien niet een hoofdlijn die ook
gedetailleerd in het programakkoord vastligt, maar wel een hoofd- met
lijn die bepalend is voor Breda de komende jaren waarover we dan nin
met elkaar kunnen praten. We zullen ons ook moeten realiseren oud
dat het uitdragen van onze mogelijkheden verplichtingen schept dig
om die specifieke positie die wij voor Breda claimen ook waar te won
kunnen maken. Dat betekent dat we als Breda zelf voorwaarden zul- als
len moeten creëren rond een aantal functies die wij voor Breda de
essentieel vinden. De heer Hofsté heeft het gehad over de Hoge- loz
scholen en Breda als onderwijsstadDe heer Sandberg heeft het ter
gehad over het werkgelegenheidsbeleid. Dat zijn allemaal zaken waa
die, als je de positie van Breda naar buiten wilt brengen, inte- op
graal aan de orde komen. Als je als laatste in de rij van spre- is,
kers zit, dan kun je naar een aantal voorgangers verwijzen. Ver- raa
schillende fracties hebben daarop ook aangedrongen. De komende zie
maanden zal dat concreet gestalte moeten gaan krijgen. Breda zal de
wat dat betreft niet alleen met die structuurschets als papier is
naar buiten kunnen. We zullen duidelijk moeten aangeven dat het tre
ons ernst is. We zullen zelf aanzetten moeten geven en niet af- in
wachten. Samenwerking met anderen kan daarbij van belang zijn, de
maar mag geen belemmering vormen. Samenwerking is er ook binnen der
de Regionale Volkshuisvestingscommissie voor de verdeling van rir
contingenten. In 1989 is het bodemcontingent afgelopen. Geen toe
vast aantal woningen voor Breda in 1989 betekent, dat wij samen wor
tot