10 MAART 1988 167 Gelukkig maar, het zou een saaie boel worden hier. Mevrouw PAULUSSEN Los van de kwalificatie van de saaiheid of de niet saaiheid heb ik hier een politieke opmerking gemaakt, mijnheer Taks. Luistert U maar naar de wijze waarop de collegepartijen denken over bij voorbeeld de welzijnssector en de invulling van de bibliotheek. De heer TAKS Goed voorbeeld. Mevrouw PAULUSSEN Goed voorbeeld hè, dat dacht ik al. We hebben van het college geen antwoord gekregen op onze vraag inzake de sector cultuur. Wij hebben de vraag gesteld of een politieke evaluatie van de sector cultuur en de portefeuille-houder cultuur, verwijzend naar de zogenaamde Bouvigne-bijeenkomsten c.q. Bouvigne-afspra ken niet nodig zou zijn. Wij willen dat in tweede instantie in ieder geval toch in de richting van de voorzitter van de raad voor stellen. Over de wet Vermeent-Moor hebben we gesproken. De gemeente Middelburg geeft een bijdrage in de loonkosten van 2.300,aan bedrijven en instellingen die een langdurige werke loze, die via de G.S.D.-Middelburg een algemene bijstandswets- een R.W.W.- of een I.O.A.W.-uitkering ontvangt, in dienst nemen. Deze maatregel sluit aan bij de criteria van de wet Vermeent- Moor. Wij vragen het college in de persoon van de wethouder eco nomische zaken en werkgelegenheid of hij bereid is, en hij heeft dat in zekere zin al toegezegd in de commissie economische zaken voorafgaande aan de Kadernota, om een notitie samen te stellen over het effect van deze maatregel in Middelburg. In zijn ant woord op onze eerste termijn heeft hij dat wat gerelativeerd. Die notitie zou wat ons betreft een effectmeting, althans voor Middelburg, kunnen zijn. Daarnaast zouden wij graag de mogelijk heid willen laten onderzoeken om deze aanvullende gemeentelijke bijdrage beschikbaar te stellen aan bedrijven en instellingen die een persoon uit de etnische groeperingen in dienst nemen via de wet Vermeent-Moor. Mogelijk zou die gemeentelijke bijdrage dan een stimulans kunnen zijn in de richting van het doelgroepen beleid. Over het minimabeleid het volgende. In eerste Instantie hebben we gezegd: In de algemene beschouwingen wordt raadsbreed gedragen dat er Iets moet worden gedaan voor de minima. Wat niet raadsbreed gedragen wordt is, dat het minimabeleid een grensver leggend beleid zou moeten zijn en dat we de marges van de wetten moeten opzoeken voor de lokale overheid. Voor de lokale overheid moeten we de mogelijkheden die er zijn oprekken. We moeten juist naar maatregelen zoeken die rechtstreeks ten goede komen aan de minima. Er wordt niet op dezelfde wijze gedacht over de uitkomst van de evaluatie van de aanpak van de schuldenproblematiek. Via dat instrument zou het college de raad materiaal in handen geven op grond waarvan ze bij deze Kadernota het beleid zou kunnen ver ruimen of bijstellen. Er is geen evaluatie van de aanpak van de schuldenproblematiek mogelijk geweest voor deze Kadernota. Er is dus geen bijstelling van het beleid mogelijk. Dat betreuren we ten zeerste. Het is door het C.D.A. en de V.V.D. geblokkeerd en door de P.v.d.A. en D'66 geaccepteerd. Over het financiële plaat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 167