10 MAART 1988 181 Het duurt in hun ogen veel te lang om hun beleid te kunnen bepa len. Dat moeten we toch met z'n allen erkennen. Daarom hebben we gevraagd om het overleg te intensiveren en ervoor te zorgen dat de clubs op de hoogte blijven en dat ze weten waar ze aan toe zijn. Wethouder HOFSTé De clubs zijn op de hoogte. Ik heb overleg gevoerd en ik voer nu nog regelmatig overleg. Het overleg zal worden afgerond in de maand maart. Dat betekent dat wij in april de zaak in het colle ge zullen hebben. We zullen daarna het tweede traject vervolgen. Ik hoop dat ik in de maand maart in de commissie U daarover na der kan informeren. De heer DE BRUIJN Ik vind het belangrijker dat de clubs dat weten. De geluiden die we nu horen via de pers en in de wandelgangen verontrusten ons toch wel. Wethouder HOFSTé We moeten voorkomen dat op een gegeven moment de indruk ont staat, dat we op basis van de pers met elkaar gaan communiceren. In dat geval kunnen we nog wel een tijdje vooruit. De heer GARRITSEN Dat is juist het punt, want dat zou ik ook niet graag willen. Het gaat juist om de informatie die in de pers staat met naam en toenaam over afspraken die niet nagekomen zijn. Van Uw kant dient er heel snel een notitie op tafel te komen, waarin staat hoe de zaak in elkaar zit zodat de clubs geïnformeerd zijn. Wethouder HOFSTé De gesprekken worden afgerond in de maand maart. Na afronding daarvan zal het college haar standpunt bepalen over het verder te vervolgen traject. We praten over enige weken verder, dan ligt alles helder op tafel. De heer GARRITSEN Is het juist dat het stuk al enige tijd bij het college op tafel ligt? Is de zaak al lang ambtelijk voorbereid? Komt het college er niet goed uit? Wethouder HOFSTé Daar is geen sprake van. Als we praten over overplaatsingen, dan vergt dat het nodige overleg. Daarmee zijn de nodige belangen ge moeid en het is een kwestie van passen en meten. Wij willen in de richting van het college terugkomen en de clubs openheid ge ven als de legpuzzel ineen ligt. Dat zal het geval zijn aan het einde van deze maand en in de eerste helft van april zal daaro ver nadere besluitvorming plaatsvinden en zal deze openbaar wor den gemaakt. Mevrouw Paulussen heeft in eerste en tweede termijn een vraag gesteld met betrekking tot de stadswand. Ik heb daarop een antwoord gegeven. Ik wil met genoegen daar een aanvulling op geven. Het standpunt van het college en de raad met betrekking tot de noordelijke stadswand kan zijn, dat er een cosmetische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 181