30 MAART 1988 reageren. In de commissie is op open wijze gediscussieerd; de oorzaken van de overschrijding zijn aangegeven en er zijn afspra ken gemaakt met betrekking tot 1988. Het voorstel onder nummer 4 is conform ons voorstel aangepast, namelijk dat het eerst ter be spreking in de commissie komt. Dat betekent tevens dat er maatre gelen genomen zullen worden om een open-eindfinanciering onge daan te maken. De controle op de besteding is een belangrijke zaak. Wij wachten met betrekking tot 1988 de voorstellen van het college af en gaan akkoord met dit voorstel. De heer DE BRUIJN Wij weten niet precies wat er in de commissie is gebeurd, want onze fractie is helaas te klein om alle vergaderingen altijd te kunnen bemensen. Van de verslagen wordt je helaas ook niets wij zer. Het gaat om de zaak, zoals die hier voor ons ligt. De invul ling zoals die hier gepleegd is, afgezien van de financiële peri kelen, is op zich een goede zaak, namelijk de bevordering van het brengen van de beeldende kunst bij de Bredase burger en de positieverbetering van de Bredase kunstenaars. Als er dan iets mis gaat, dan is dat een logische zaak. We hebben dat op lande lijk niveau, want we zitten vandaag op landelijk niveau te pra ten, over de W.I.R., ook gezien. Je kunt met een open-eindfinan ciering alle kanten op en dan gaat het goed fout als het goed werkt. Eigenlijk moeten we tevreden zijn dat het goed werkt van uit het kunstenaars- en kunstbeleid gezien. Alleen is het jam mer, dat het wat negatief uitwerkt. Voor de toekomst moeten we ervoor zorgen, dat er een waterdicht systeem ontstaat, waardoor de open-eindpolitiek wordt afgesloten en er een duidelijke con trole is op wat er wel en niet aan de hand is. Dat is een hele belangrijke zaak.In het voorstel staat, dat er voor 1988 onge veer f 190.000,beschikbaar zou kunnen komen. Ik heb begrepen, dat dat mogelijk wat meer zou kunnen zijn. Als dat het geval is, dan moeten we met name naar de zaken kijken waar we én de kunst én de kunstenaars mee helpen Ik denk dan met name aan de activi teiten 1, 2 en 4Mocht er meer mogelijk zijn, dan zou ik daar voor extra aandacht willen vragen. Wethouder HOFSTé Wij hebben in de commissie uitvoerig over dit voorstel gesproken en ik heb toegegeven dat, waar er sprake is van een overschrij ding van het budget, dit niet juist is. Daarover hebben we in het college gesproken. Er zullen maatregelen getroffen worden, dat dat niet meer voorkomt. Daarmee is de discussie in de commis sie voor wat dat gedeelte betreft afgehandeld. Er komt toch weer opnieuw wat pregnant bij de heer Koekkoek naar voren en dat ver baast mij De heer KOEKKOEK Ik vraag alleen maar hoe hard de nieuwe regeling is die U voor stelt Wethouder HOFSTé Daar kom ik nog op terug. In augustus vorig jaar kregen wij pas het signaal dat er geld was en dat niet de gemeente maar het col lege van Gedeputeerde Staten de voorwaarden zou stellen waaron-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 204