30 MAART 1988
209
Een schoolbestuur kan zelfstandig zeggen, dat ze er de voorkeur
aangeeft om van kleur te verschieten. Dat kan want dat is in Til
burg ook gebeurd. Het was de wens van het schoolbestuur zelf om
dat te doen. Ten aanzien van de uitkomsten het volgende. Datgene
wat wij aan de sociografische dienst hebben gevraagd, het beroem
de model 1, leidde tot de verdeling en dat is ook in de commis
sie aan de orde geweest, namelijk 5 lokalen voor het nuts-, 12
voor het openbaar- en 22 voor het rooms-katholiek onderwijs. Wij
hebben op een gegeven moment een analyse gemaakt van de gege
vens, dat zit in een ander model. In alle gevallen komt het er
op neer, dat voor het rooms-katholiek onderwijs voor 50? daarvan
gebruik wordt gemaakt. Dat zijn de practische cijfers, maar dat
zit ook in alle rekenmodellen. Het nuts-onderwijs heeft op basis
van de praktische belangstelling recht op 9 lokalen en in het vo
rige plan zaten al 11 lokalen. Dat leidt volgens die rekenmetho-
diek tot een aantal van 11 lokalen voor het openbaar onderwijs.
We hebben dat volgens artikel 5 besproken met de betreffende
schoolbesturen. De schoolbesturen hebben heel nadrukkelijk laten
weten, dat zij niet anders dan met het voorstel van de 11, 9 en
20 lokalen akkoord wilden gaan. Dat heeft het college geaccor
deerd en dat is vervolgens in de commissie besproken. De aan het
denominatie-onderzoek ten grondslag liggende cijfers kunnen in
de toekomst weer van belang zijn bij het stichten en het ophef
fen van scholen. Indien de vraag wordt gesteld: bent U bereid om
het nog eens in de commissie aan de orde te stellen eerder dan
wanneer er misschien sprake is van opheffing of stichting, dan
heb ik daartegen geen fundamenteel bezwaar. De heer De Leeuw
neemt kennis van de opvattingen van de schoolbesturen. Wij heb
ben dat ook te respecteren.
De heer DE LEEUW
Ik zou toch nog wat nadere uitleg willen hebben over het verkre
gen formele recht van de schoolbesturen waar ik het over had. Nu
zegt de wethouder in feite, dat de schoolbesturen niet meer wil
len dan de verdeling 11, 9 en 20 en dat heeft het college geac
cordeerd. Is dat dan dat formele recht?
Mevrouw HEESSELS
Ik ben blij met de toezegging die de wethouder doet om het deno
minatie-onderzoek In de commissie te bespreken. De wethouder
zegt; "Nog een keer bespreken" en dat is niet terecht, want het
is überhaupt in de commissie nog niet besproken. Ik heb daar
toch wat moeite mee. Ik wil namens mijn fractie zeggen, dat wij
akkoord gaan met dit voorstel, maar met grote moeite. Gezien de
tijdsdruk die erachter zit is het haast onmogelijk om nu nog te
praten over een andere verdeling.Wij gaan nu akkoord, zij het
met grote moeite.
De heer GARRITSEN
Wanneer komt dit terug in de commissie? Kan de wethouder dat zeg
gen, want dan hebben we enig houvast. Kan de wethouder aangeven
wat er gaat gebeuren met de conclusies vanuit het college? Ik
ben het met de wethouder eens als hij zegt, dat het stichten van
nieuwe scholen een station is dat je voor veel scholen al lang
gepasseerd bent. Hoe kom je nu aan een evenwichtige verdeling?
m