30 MAART 1988 219 del van het beleid wordt van onderuit gedragen in het bedrijf. Zij voeren het uit tot op heden voor ons tot volle tevredenheid. 2 U schrijft ons zelfs voor, dat de bestuurlijke en financiële ver- g antwoordelijkheid voor het lokale openbaar vervoer, nu in hoofd- j zaak bij de gemeente komt te liggen. Daardoor worden wij toch r wel geconfronteerd om er beleidsmatig over mee te denken, zo t niet, dan aan te geven hoe dat in de komende tijd gaat gebeuren. c Gelukkig verandert niet alles; de minister houdt nog een stevige vinger in de tarievenpap. Wel gaat zij reeds uit van een veria- ging van de rijksbijdrage in het vervoersplan vanwege de te ver- wachten hogere ontvangsten. Zo werd er reeds taakstellend een be- c zuiniging opgelegd van f 31.000,voor 1988. U heeft eveneens 1 verschillende hobbels genomen, vele met de vervoersonderneming, 1 bijvoorbeeld om te komen tot de vorming van een risicofonds, wan- j neer de geraamde opbrengsten achterblijven. Zo is de geldigheids- j duur van het vervoerscontract ten gunste van de gemeente op 6 1 jaar gesteld. Wij vragen na 1 jaar een voortgangsverslag, bij- 1 voorbeeld in de commissie en na drie jaar een algehele evaluatie in commissie en raad. Onze fractie beperkt zich wetens en wil- t lens tot de hoofdzaken in deze constellatie vanavond. Wij conclu- deren met U, dat er een evenwichtig geheel is gemaakt aan afspra- j ken, hetgeen een verantwoord lokaal vervoer te realiseren in Bre- da mogelijk maakt. Onze wens is dat het de B.B.A. en de gemeente Breda goed gaat in deze nieuwe samenwerkingsvorm. 1 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT 5 Dit voorstel komt voort uit de Wet personenvervoer die op 1 janu- ari j.l. in werking trad. Hiermee komt dan een einde aan de gro te zeggenschap die de rijksoverheid had over het plaatselijke vervoer. Het is van belang dat tevoren te stellen. De gemeente zal nu de eigen verantwoordelijkheid waar moeten maken. Het item "eigen verantwoordelijkheid" spreekt de V.V.D.-fractie zeer aan. 1 De raadscommissie ruimtelijke ordening is al eerder geïnformeerd 1 over het overleg tussen de gemeente en de B.B.A.namelijk toen de commissie op 15 oktober vorig jaar een bezoek bracht aan de B.B.A. De risico's van deze hele zaak en de toekomstige betrok- 1 kenheid van de gemeente in financiële zin zijn toen ook uitge- 1 breid aan de orde geweest. Daarom hoef ik er hier niet veel over te zeggen. Gezien het gevoerd overleg tussen de B.B.A. en de ge- meente en de ruime ervaring van de B.B.A. in de vervoerstaak, spreek ik namens de V.V.D.-fractie het vertrouwen uit in een goe- de samenwerking op het niveau waar deze hoort en dat is in dit j geval plaatselijk. j Mevrouw PAULUSSEN Er is door verschillende sprekers gezegd, dat het een lange voor- 1 geschiedenis heeft. Wij willen toch vanuit de Lisa-fractie, een 3 paar globale opmerkingen maken bij dit voorstel wat in de commis- 3 sie uitvoerig aan de orde is geweest. Het optimisme wat uit het 3 voorstel en het preadvies spreekt delen wij niet. De gemeente krijgt een eigen gemeentelijke beleidsruimte inzake het lokale 1 openbare vervoer, maar die vrijheid is echter aan zoveel beper- 1 kende maatregelen gekoppeld, dat er weinig overblijft. De be- voegdheid is beperkt tot het jaarlijks vaststellen van de dienst- regeling en het verlenen van een vervoersvergunning. Kern van de m r

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 219