30 MAART 1988 233 De heer DE BRUIJN Komt er een overleg met de bewoners? Wethouder RATTINK Als de mensen dat willen, dan ben ik te allen tijde bereid om met hen een keer een gesprek te hebben. Akkoord. 71. AFZIEN VAN AANKOOP VAN EEN TERREIN VAN HET MINISTERIE VAN DE FENSIE, GELEGEN AAN DE MARKENDAALSEWEG EN BEHORENDE TOT DE SEELIGKAZERNE De heer GARRITSEN In het convenant staat heel duidelijk, dat we gaan kijken of er een stuk terrein van de Seeligkazerne aangekocht kan worden om daar parkeervoorzieningen te realiseren. Een parkeernotitie zou gemaakt worden om aan te tonen of het inderdaad noodzakelijk was. Die beperktheid heb ik altijd betreurd, omdat je op die hoek ook andere invullingen zou kunnen doen. Om alleen maar te kijken of we de grond van defensie kunnen krijgen voor parkeren is veel te beperkt. Ik ga niet akkoord met dit voorstel. De heer DE BRUIJN Er ligt een vrij gedegen parkeeronderzoek. Wij zijn daarmee erg blij. We zijn ook blij met de toezegging van de wethouder om eens in de commissie te praten over het beleid wat aan het par- keergebeuren ten grondslag kan liggen. Daarbij is ook aangekaart het parkeeroverleg tussen het bedrijfsleven en de gemeente, waar in toch wat meer zaken geregeld zullen moeten gaan worden. Die discussie zien we graag tegemoet. Overigens moeten we constate ren dat het bedrijfsleven reeds aangegeven heeft, dat dit de eer ste misser is in het geheel. Kan de wethouder daarop nog even in gaan? Aan de aankoop van dit terrein ten behoeve van parkeervoor zieningen zitten vele aspecten, de financiële, waarschijnlijk een van de belangrijkste, de stedebouwkundige en de functionele. Ik ga ze niet uitgebreid behandelen, want dat heb ik in de com missie gedaan. Het financiële aspect is natuurlijk een groot pro bleem, omdat we hier toch bezig zijn met het verrichten van kaal slag en het vrij laten liggen van grond zonder dat daarop andere functies plaatsvinden. Dat is een vrij dure grap, als we onge veer weten wat daarvoor gevraagd wordt, respectievelijk gevraagd kan worden. Financieel is dat vrij onhaalbaar. Daarnaast is een onbebouwd terrein aan de hoek van de binnenstad ons inziens ook enigszins ongewenst. We zitten daar met een stedebouwkundige in vulling, die langzaam maar zeker gestalte heeft gekregen na het bebouwen van beide andere hoeken. Een goede stedebouwkundige af ronding van die hoek van de binnenstad is een goede zaak. Dat be tekent dat je dat terrein niet aankoopt voor parkeren, maar voor een stedebouwkundige invulling die allure heeft. In die richting zouden we verder moeten praten, maar dat past niet in het conve nant, want zo hadden we dat niet afgesproken met defensie. Wij kunnen dus akkoord gaan met dit voorstel, maar het sluit ons in ziens niet uit, dat we een keer terug moeten gaan naar defensie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 233