30 MAART 1988 235 Naar aanleiding van de zaken die in deze notitie naar voren ko men, zal er verder over het parkeerbeleid gedacht moeten worden. Dat zal ook uitgewerkt worden, maar daarover kan vanzelfsprekend in de commissie worden gesproken. Gevraagd is, waarom dit niet eerder naar anderen, die betrokken zijn geweest bij het hele on derzoek, gestuurd had kunnen worden. Eerlijk gezegd heeft die vraag mij veelvuldig bereikt in de week dat het stuk naar het college ging. Ik vind, dat een dergelijk stuk niet eerst naar buiten kan, maar dat eerst het college kennis zou moeten nemen van de conclusies uit het rapport en een besluit zou moeten ne men of ze al dan niet het terrein zouden wensen aan te kopen. Dat is de normale gang van zaken en daarover kun je naderhand met anderen van gedachten wisselen. Onmiddellijk na het college- besluit zijn de anderen daarvan in kennis gesteld en heeft men ook de mogelijkheid gehad om daarop zijn visie te geven. De heer BOKKELKAMP Er is op 4 maart j.l. een brief naar defensie gegaan, waarin al aangekondigd werd dat de zaak werd afgeblazen. Ik weet niet op welk tijdstip de Kamer van Koophandel en de andere belanghebben den ingelicht zijn, maar als dat direct na 4 maart is geweest, dan hebben ze eventueel nog tijd gehad om te reageren. De brief van de Kamer van Koophandel is gedateerd op 24 maart. Dan nog is het aan de vrij late kant. Wethouder RATTINK Ze zijn eerder op de hoogte gesteld van de stukken en ze hebben de stukken eerder in hun bezit gekregen. We nemen nu een besluit om het terrein niet aan te kopen. Als er gevraagd wordt: "kunnen we de optie niet openhouden", dan hadden we in het convenant een ander besluit moeten nemen. We hadden in het convenant niet moe ten zeggen, dat we het zouden laten afhangen van het parkeeron- derzoek, maar dat we ook naar een totaal andere invulling wilden kijken. De heer GARRITSEN Daar was U toen niet voor, dacht ik? Wethouder RATTINK Verder liggen er ook nog besluiten uit 1982 rond het hele groen structuurplan voor de binnenstad met een aantal opmerkingen over deze hoek. Als wij het nu hebben over de bijstelling van de bin- nenstadsbesluiten en U wilt het besluit uitstellen, dan is dat een suggestie die eronder ligt. We nemen nu duidelijk een be sluit om het terrein niet aan te kopen. Ik zeg niet dat we het terrein nooit zullen kopen, maar U moet niet verwachten dat ik de volgende maand bij defensie op de stoep sta om alsnog te vra gen of we dat terrein mogen kopen. We hebben duidelijk afgespro ken, dat het besluit van het parkeeronderzoek zou afhangen. We hebben daaraan ook een aantal conclusies verbonden en met elkaar een datum afgesproken. Wie zal het zeggen wat er nog in de verre toekomst ligt? Wat betreft de witte huisjes liggen er ook duide lijke afspraken in het convenant. Zouden we het terrein aanko pen, dan zouden de huisjes gesloopt mogen worden en zouden we het terrein niet aankopen, dan zouden we alleen meewerken aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 235