28 JANUARI 1988
21
dat er overeenstemming wordt bereikt tussen de huisartsen en de
regering, dan is de zaak heel erg simpel. De kosten die dan niet
gemaakt hoeven te worden of de inkomsten die dan niet opgenomen
worden, zullen weer terugvloeien naar de pot onvoorzien, want
daaruit wordt het in feite betaald. Of het voorstel wel of niet
in de commissie financiën is geweest, heb ik geen zicht. Op pagi
na 3 staat wel een positief advies van de commissie financiën.
Ik kan U daarover geen mededeling doen want de portefeuille
houder financiën is even afwezig.
De VOORZITTER
Dat antwoord zal niet geheel tot bevrediging strekken. Ik mag
bijna aannemen dat de heer Derijckere in ieder geval van mening
is, dat daarover alsnog overleg moet plaatsvinden voordat de
raad tot een besluitvorming zal komen. Ik hoop dat hij dat in
zijn beschouwingen in tweede instantie wilt betrekken.
De heer DERIJCKERE
Als het voorstel in de commissie financiën zou zijn geweest, dan
zouden de leden van onze fractie uiteraard daarmee ingestemd heb
ben. Wat dat betreft bent U verschoond van datgene wat U als op
merking heeft gegeven. De zorgvuldigheid moet in de toekomst
toch in acht genomen worden. Dergelijke voorstellen moeten ook
in de commissie financiën behandeld worden. Een puntje ben ik in
eerste termijn vergeten en dat is het besluit onder punt 3Daar
staat dat we de achtste begroting van de dienst welzijn 1988
vaststellen. Daarover hebben we in de commissie ook al gepraat
en ik weet niet hoeveel van deze begrotingen we nog krijgen. Ik
neem aan dat hier bedoeld wordt de wijziging van de begroting
1988.
Wethouder VAN RAAK
U heeft gelijk. We hadden ons daarover in de commissie ook al
vermaakt. We hadden U toegezegd dat dit gewijzigd zou worden,
maar dat is niet gebeurd. U moet daar lezen: de achtste begro
tingswij ziging.
Akkoord
17. BESTEDEN PROVINCIALE GELDEN FLANKEREND OUDERENBELEID 1987.
Akkoord.
PAUZE
De VOORZITTER heropent de vergadering.
15. BEGROTING 1988 TOT EN MET 1992 VAN HET WOONWAGENSCHAP.
Wethouder VAN RAAK
De heer Garritsen constateert in zijn betoog 2 zaken. Het concen-
tratie-beleid is een tiental jaren geleden door het rijk en de
provincie aan ons opgelegd. Dat heeft geleid tot een fiasco en
niet tot een verbetering van de positie van de woonwagenbewo
ners. Ik kan me daarin uitgebreid vinden. Verder zegt de heer