30 MAART 1988 237 heeft een veel langere tijd nodig dan nu eigenlijk is gebeurd tussen 7 april 1987 en 1 april 1988. Wethouder RATTINK De heer De Bruijn haalt een aantal dingen door elkaar, want we zijn nog helemaal niet aan het praten over een parkeerschap. Er heeft een notitie ter visie gelegen over een andere stad die mo gelijkerwijs al wel zo ver is. Als je met elkaar dat soort vor men aangaat, dan maak je ook hele andere afspraken. De heer DE BRUIJN Er wordt nu gepraat over een parkeerschap. Ik heb gezegd een par keerschap of een vorm daarvan, want we weten allemaal dat er overleg gaat plaatsvinden, over mogelijke financiering met de middenstand binnen Breda. In die zin heb Ik het bedoeld. Het woord parkeerschap Is al lang uit de boeken verdwenen. Wethouder RATTINK De zaken die hier worden aangekaart, vanzelfsprekend ook het he le parkeren, zullen nog een keer ter sprake komen. We zullen dan ongetwijfeld over al dat soort oplossingen verder aan de praat raken. Gevraagd is min of meer op welke termijn wij weer met defensie kunnen gaan praten. U moet zich toch realiseren dat, als je een convenant sluit en je voor een bepaalde datum iets moet laten weten, dat dan de andere partij zijn toekomst plannen gaat maken over de inrichting van dat terrein. Ik zal daaraan geen termijnen stellen en ik zeg nooit nooit. We kunnen ongetwijfeld er nog wel eens over spreken. We moeten nu wel dui delijk aan defensie laten weten, dat wij het terrein niet kopen, zodat zij het terrein kan gaan inrichten. Wat de verre toekomst brengt, zien we dan wel. De heer GARRITSEN Wat gaat de wethouder concreet doen? Wordt er een invulling mee genomen in het structuurplan? Wethouder RATTINK Als we het over het structuurplan binnenstad hebben dan zou dat betekenen, dat we binnen 1 jaar weer met defensie aan tafel zou den zitten. U kunt dat niet verwachten als wij nu defensie laten weten, dat wij het terrein niet kopen. Wij hebben met elkaar af gesproken, dat we naar het parkeren zouden kijken. Wij kunnen nu niet tegen defensie zeggen, dat zij moet wachten met de herinri chting van het terrein, omdat wij over een jaar nog wel eens op nieuw zullen kijken. Vanzelfsprekend komen we bij het structuur plan binnenstad over tal van zaken betreffende de binnenstad te spreken ook over die straat en die hoek. U zegt nu "nee" tegen de aankoop van het terrein. De heer GARRITSEN Het aankopen van het terrein voor parkeren zie Ik niet zitten. Ik had het besluit liever uitgesteld gezien, zodat je over een andere invulling had kunnen praten. Dat kan binnen het convenant schijnbaar niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 237