28 JANUARI 1988
23
De heer GARRITSEN
Ik heb in mijn tweede termijn een aantal kanttekeningen bij het
verhaal van de wethouder. Het is de enige bevolkingsgroep in
Breda, waarvoor de verplichting geldt dat ze gedwongen kunnen
worden te verhuizen buiten Breda. Dat noem ik discriminatie. Het
gaat om het deconcentratie-beleidHet is niet zo dat je dat per
definitie afwijst. Als je een beleid voert, dan zul je dat in
overleg met de woonwagenbewoners moeten doen. Op het moment dat
je dat nalaat, dan veroorzaak je problemen. Het welzijn van de
woonwagenbewoners staat dan niet meer centraal, het staat niet
meer voorop. Als je een spreidingsplan vaststelt met het doel de
positie van de woonwagenbewoners te verbeteren, dan zul je de
mensen erbij moeten betrekken. Een groot deel van de mensen die
op dit moment nog staan op het kamp Driekoningenoord, wil in
Breda blijven wonen. Een groot aantal van hen woont al tiental
len jaren in Breda. Het is de enige groep die je de verplichting
oplegt om te verhuizen en dat noem ik discriminatie. Er is in
Nederland geen enkele bevolkingsgroep waarvoor diezelfde regel
geldt. Er zijn andere landen waar ze dergelijke gedwongen ver
plaatsingen van groepen hebben, maar daar doen ze het met midde
len die wij vaak sterk afkeuren. We moeten niet in die richting
gaan. In de hele wereld zijn voorbeelden van gedwongen verplaat
singen van bevolkingsgroepen. Er wordt vaak gezegd dat het voor
het welzijn van die mensen is. De praktijk leert vaak dat het
anders gesteld is. We moeten onze taken waarmaken. De eerste
taakstelling van Breda was: 90 woonwagens in Breda; die taakstel
ling is verhoogd naar 115Die taakstelling moet nog omhoog, ge
zien de situatie op Driekoningenoord en datgene wat de bewoners
daar willen. U stelt, dat het een ongelijke behandeling bete
kent. Ik ga er vanuit dat de mensen, die naar de omliggende loca
ties zijn gegaan, vrijwillig zijn gegaan. Ze zijn niet gedwon
gen, maar het is wel gebeurt met het oog op het deconcentratiebe-
leid. Ik heb er geen problemen mee wanneer U zegt, dat er een
aantal goede locaties zijn waar ze naar toe zouden kunnen, maar
ik neem aan dat het in vrijheid gebeurt. Waar het nu om gaat is,
dat je best kunt praten met de mensen over de andere locaties
waar ze naar toe kunnen gaan, maar die verplichting, de dwang
erachter moet verdwijnen. U gaat niet in op de argumentatie die
ik in mijn motie gebruikt heb. Er zijn 35 staanplaatsen, die in
feite op papier al aangelegd zijn, maar waarvoor geen gegadigden
zijn. Er zijn al 13 leegstaande staanplaatsen. Op die manier kun
je niet verder gaan. Je moet nu kijken hoe we de zaak kunnen
oplossen. We kunnen natuurlijk als raad best zeggen, dat we aan
de motie weinig boodschap hebben. Daarom maak ik de vergelijking
met het concentratie-beleidhet zal uiteindelijk door de woonwa
genbewoners zelf worden afgedwongen. We hebben de eerste situa
tie in Breda al, dat bewoners uit Made teruggekomen zijn naar
Breda en een proces aangegaan zijn. Ze hebben toestemming gekre
gen om zich in Breda te blijven vestigen. Als je mensen in Breda
gaat dwingen om te verhuizen naar een staanplaats buiten Breda
en ze zouden terugkeren, dan heb je juridisch geen been om op te
staan om die mensen terug te sturen. Het is volstrekt te verwer
pen als je politiedwang gebruikt om die mensen daar te huisves
ten. Die zaak behoort bijgesteld te worden in overleg met de