28 APRIL 1988 258
vinden het Jammer dat het rijk de nulcontingenten eist maar geen
regels geeft voor de verdeling. Als er wel regels komen, heeft
dit dan consequenties voor de huidige verdeling? Het instellen
van een fonds verhuis- en herinrichtingskosten zal in de toe
komst problemen zoals met de Epelenberg kunnen voorkomen.
Mevrouw PAULUSSEN
Onze vertegenwoordigers zijn niet bij de commissievergadering
aanwezig geweest. In het besluit onder IV lb, nodigt U ons uit,
om het college op te dragen aan de huurders van een woning vol
gens nader door het college te stellen regels een bijdrage in
eens te verlenen. WIJ zouden U willen vragen over deze nader te
stellen regels met de commissie te overleggen op welke wijze U
dat gaat doen.
De heer W. VAN DONGEN
Op zich is dit het tweede Jaar dat er met dit systeem gewerkt
wordt ten aanzien van de geldelijke steun verbetering huurwonin
gen. Er zijn enkele wijzigingen opgetreden, daarmee zullen we op
dit moment moeten leren leven. Belangrijk is in ieder geval op
dit moment, dat die regeling vaste vorm aanneemt en de verorde
ning in Breda toegepast wordt. Iedereen weet dan waaraan hij toe
is en op basis van de verordening en de criteria kan dan ge
toetst worden. Ten aanzien van de verdeling van de contingenten
betreurt het C.D.A. dan ook dat de corporaties op dit moment
niet tot overeenstemming hebben kunnen komen. We willen de wet
houder in ieder geval vragen de voorwaarden zodanig te scheppen
als het in haar vermogen ligt en in het convenant mogelijk is om
tot overeenstemming te kunnen komen. Het convenant biedt daar
voor bepalingen. Het beleidsoverleg zal het dan verder moeten
uitwerken. Ten aanzien van de invulling van de verhuis- en herin
richtingskosten nemen wij niet aan dat het probleem van de Epe
lenberg hier als voorbeeld geldt. Wij vinden wel dat die proble
men naar de toekomst toe voorkomen moeten worden. Wij vertrouwen
erop dat het na het komend Jaar volledig kan gaan werken.
Wethouder RATTINK
Het is inderdaad te betreuren dat de corporaties niet tot over
eenstemming zijn gekomen. De heer Van Dongen vraagt om alles in
het werk te stellen om zoveel mogelijk die overeenstemming te be
werkstelligen. Vanzelfsprekend proberen we dat. De eigenstandige
verantwoordelijkheid van de corporaties blijft in deze overeind.
U heeft zelf in de commissie al aangegeven dat er een spanning
kan optreden bij een vermindering van het totaal aantal te verbe
teren woningen; de spanning tussen de corporaties neemt vanzelf
sprekend toe. De raad kent ook de problemen rond de aantallen
nog te verbeteren woningen, U heeft dat ook in het voorstel kun
nen aantreffen. Als Je die verhouding ziet, dan zal iedere corpo
ratie trachten het zijne te krijgen en dan zul Je op basis van
een aantal criteria, zoals mevrouw Dammer ook aangeeft, uiteinde
lijk tot een verdeling moeten kunnen komen. Daar waar op dit mo
ment nog geen overeenstemming is over de technische opnames wat
betreft de kwaliteit van de woningen, blijft het moeilijk om die
overeenstemming nu te krijgen. Vanzelfsprekend blijven we daar
naar streven, zeker omdat het er in de toekomst niet naar uit-