28 APRIL 1988 259
ziet dat het totaal aantal te verbeteren woningen echt fors zal
toenemen. We zullen dus duidelijke criteria moeten hebben. De
nulcontingenten is een ander probleem voor dit jaar en het ko
mend jaar. Daar speelt inderdaad mee, dat het rijk niet duide
lijk heeft aangegeven op welke wijze je de nulcontingenten zou
moeten verdelen. We hebben er nog nadrukkelijk naar gevraagd en
toen is gesteld: "op dit moment geven wij nog geen definitieve
regeling op basis waarvan U tot die verdeling moet komen". Dat
kan naar de toekomst toe problemen gaan geven, als er straks een
definitieve regeling komt die anders is dan de verdeling die we
nu toepassen. Er zijn tal van regelingen in het land die mogelij
kerwijs gehanteerd zouden kunnen gaan worden. Dat zou kunnen be
tekenen dat er in het totaal van dit plaatje overleg met de cor
poraties zou moeten zijn om tot de meest gunstige verdeling in
Breda te komen. Zolang we niet weten welke van de regelingen die
rondzoemen in ons land gehanteerd zal gaan worden, hebben wij ge
meend het op deze wijze te moeten doen. De totale verordening
moet in werking treden per 1-1-1989. We hadden eind vorig jaar
de concept-verordening klaar liggen zoals de commissieleden we
ten. Helaas is toen de regeling dusdanig aangepast dat er weer
een nieuwe verordening gemaakt moest worden. We hopen dat dit
jaar de aanpassingen niet dusdanig zijn dat we alles weer op de
helling moeten zetten. We hebben gemeend toch te moeten wachten
tot na september, zodat we dan definitief weten hoe het verhaal
er uit gaat zien en in november kan de raad dan de verordening
definitief vaststellen. Over de criteria voor de verhuis- en her
inrichtingskosten zal overleg met de corporaties plaatsvinden.
Vanzelfsprekend komen die zaken ter kennisname in de commissie.
De VOORZITTER
Mevrouw Paulussen heeft ook opheldering gevraagd over IV, 1b.
Wethouder RATTINK
Dat heb ik net aangegeven.
Akkoord
105- AANPASSEN VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN HEI
LAAR 1971.
Akkoord
106. VERLENGEN VAN HET OP 10-4-1986 EX. ARTIKEL 21, LID 7 VAN DE
WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING GENOMEN VOORBEREIDINGSBE-
SLUIT VOOR HET GEBIED NIEUWSTRAAT E.O.
De heer GARRITSEN
Ik dacht dat het gebruikelijk was als je een voorbereidingsbe-
sluit neemt, en het voorliggende besluit is een voorbereidingsbe-
sluit op een voorbereidingsbesluitdat je dan de intentie hebt
om een bestemmingsplan te ontwikkelen. Volgens mij is het colle
ge nog weinig voornemens om daadwerkelijk te beginnen met het
ontwikkelen van een bestemmingsplan. Het is steeds een voorberei
dingsbesluit op een voorbereidingsbesluit. Ik heb er ook al
schriftelijke vragen over gesteld, die te zijner tijd hopelijk