28 APRIL 1988
262 D
ten komen waarin wij bij de regering op aandringen aan de hand
van een groot aantal argumenten om Breda te erkennen als stede
lijk knooppunt. Dat moet gebeuren voor half Juli, dan loopt de
termijn voor inspraak door gemeenten af. We sturen dat dan naar
het kabinet en de rijksplanologische dienst, maar ook naar de
provincie. De provincie wil namelijk begin september in de sta
tenvergadering een uitspraak doen over de vierde nota en wil
zich bezinnen over de vraag of erop aangedrongen moet worden Bre
da tot knooppunt te verheffen. Wij hebben overwogen wat wij zelf
kunnen doen. We kunnen met een aantal ambtenaren van economische
zaken, sociografische dienst en ruimtelijke ordening natuurlijk
een heleboel argumenten op tafel leggen. Wij vonden bovendien
dat we toch wat zwaardere krachten moesten inhuren om onze argu
menten goed op papier te krijgen. Dat betekent dat we ons hebben
voorzien van de medewerking op dit moment van twee professoren
en een wetenschappelijk medewerker, ieder deskundig op een be
paald terrein. Zij zullen ons bijstaan, onze vergaderingen bijwo
nen en meehelpen om het verhaal te schrijven. Voor het opstellen
van het definitieve verhaal hebben wij besloten een bureau in te
huren voor de public relations, het bureau Beauchez, dat bekend
is in ons land en onder andere gevestigd is in Breda. Wij hebben
dat niet zo zeer gedaan vanwege de politieke ingangen, zoals de
krant vermeld heeft, want die hebben we zelf nog wel, maar vanwe
ge hun bekendheid met public relations, namelijk hoe je mensen
moet benaderen op en op welke wijze de vormgeving en de intensi
teit en dat soort zaken meer waarin deze bureaus zo sterk zijn,
geregeld moet worden. Op grond daarvan heeft de werkgroep die
zich hiermee bezig houdt, een vertegenwoordiging van het college
en de ambtelijke staf en het bureau Beauchez vergaderd. Wij heb
ben besloten om de tactiek te gaan volgen van het voortdurend
vestigen van aandacht op Breda. Misschien heeft dit een positie
ve kant. Hadden wij er onmiddellijk bij gezeten, dan was het mak
kelijk geweest. Nu dwingt het ons om ons te bezinnen op de toe
komst van Breda en Breda voortdurend te promoten in het komend
halfjaar in heel Nederland. Tot nu toe wordt de naam Breda reeds
op vele plaatsen in dit verband genoemd. We hebben gekozen voor
een benadering zoals uit de eerste reactie blijkt. Die reactie
is uitgereikt op een congres in Utrecht waar veel planologen sa
men waren. Wij zullen waarschijnlijk half mei een tweede reactie
geven, die zoals het zich laat aanzien met name zal gaan over
dat hoge voorzieningenniveau. Er zal vermoedelijk een derde reac
tie komen die zal gaan over de stevige economische positie die
Breda al inneemt. Een vierde reactie zal wellicht gaan over de
infrastructuur, de ligging aan de internationale en nationale
verbindingsroutes etc. In het definitieve rapport zult U vele on
derdelen terugvinden die we nu al ter kennis brengen. Waarom
doen we dit? Niet alleen om een soort brainstorm op gang te bren
gen in Nederland, maar het is zo dat alle leden van de rijkspla
nologische dienst, de commissies en de raad voor de ruimtelijke
ordening nu bezig zijn met de verdere uitwerking van de sectorno
ta's die hierop gestoeld zijn. Ze bereiden zich ook al voor aan
de hand van reacties op het standpunt van de regering naar aan
leiding van de reacties. We hebben dringend advies gekregen van
een aantal leden die in de commissies en in de raad voor de ruim
telijke ordening werkzaam zijn om niet te wachten tot juli maar