28 JANUARI 1988 2^ bewoners. Als je dat niet doet, dan ben je volstrekt autoritair bezig over de hoofden van de woonwagenbewoners heen. De VOORZITTER Ik merk op dat, daar waar het standpunt van de heer Garritsen mogelijk tendensen bevat die verwijzen naar omstandigheden in andere landen, die volstrekt onvergelijkbaar zijn met dit voor stel. Het college distantieert zich daarvan op voorhand. Mocht dat niet de bedoeling zijn geweest van de heer Garritsen, dan kunnen we overgaan tot de verdere beraadslaging. De heer GARRITSEN Mijn bedoeling van die opmerking was om aan te geven dat het een principiële zaak is. Ik daag U uit om te melden voor welke ande re bevolkingsgroepen in Nederland geldt, zoals voor de woonwagen bewoners, dat ze gedwongen kunnen worden, desnoods met behulp van de "sterke arm", zich buiten Breda te verplaatsen. Dat ge beurt nergens in Nederland. In andere landen zijn er voorbeelden te over waar dit wel gebeurt. Die vergelijking is terecht. Mevrouw PAULUSSEN Bij de discussies van jaren geleden over het spreidingsbeleid is van het begin af aan vaak aan de orde geweest, dat de woonwagen bewoners niet uit Breda weg wilden. Het proces met de woonwagen bewoners samen opgezet, heeft inderdaad geleid tot een sprei dingsbeleid waarin de woonwagenbewoners zich niet passief ge voeld hebben, zoals wethouder Van Raak suggereert. Sommige be woners hebben positief gereageerd op het spreidingsbeleid en wilden vertrekken uit Ereda. In zoverre ondersteun ik de motie van de heer Garritsen. In de laatste fase willen de P.S.P. en Lisa het spreidingsplaatje anders ingevuld zien. Nu de eind streep bijna is gehaald, moet je gaan kijken of er niet een groep is die dusdanige rechten heeft, dat je je eigen taakstel ling iets zou moeten uitbreiden om te voorkomen dat je inderdaad tot gedwongen verplaatsing zou moeten overgaan. Als je een reële oplossing voor de eindfase wil hebben, dan moet je tot het uiter ste bereid zijn om naar oplossingen te zoeken. Gedwongen ver plaatsing moet eigenlijk op geen enkele wijze in je plan opgeno men zijn. Als je daarmee gaat schermen en het wordt in het hele bestuurlijke overleg opgenomen, dan krijg je alleen maar een tegengestelde beweging. Dat is de motivatie van Lisa om de motie van de P.S.P. te ondersteunen, omdat dat de ondertoon is. Dat heeft wethouder Van Raak begrepen. Ik zou de wethouder uitdruk kelijk willen vragen om toch alles in het werk te stellen om niet nog verder achterop te raken. We begrijpen, dat de verlen ging van de termijn voor de instandhouding van het Woonwagen schap te maken heeft met het niet halen van bepaalde taakstel lingen. Ik ben alleen bang dat, wanneer er niet voldoende be stuurlijke inspanning en druk is, dan in de krappe planning nog verder achterop geraakt wordt. Dat is in geen enkel belang en zeker niet in het belang van de woonwagenbewoners op dit moment. De eindfase vraagt juist een krachtdadige aanpak. Wethouder VAN RAAK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 24