26 MEI 1988 269 de procedure nauw bij het proces betrokken geweest. Het college heeft in dit opzicht uit de in 1983 gemaakte fouten lering ge trokken. Daarvoor hebben wij waardering. Helaas moet toch worden opgemerkt, dat de huidige procedure niet in alle opzichten vlek keloos is verlopen. Naar onze mening heeft het college al in een veel te vroeg stadium, nog voordat de fractie-voorzitters met de zes geselecteerde sollicitanten spraken, een al dan niet voorlo pige voorkeur geformuleerd. Daardoor was er bij voorbaat al te weinig ruimte om een eventueel afwijkende voorkeur van de frac tie-voorzitters voldoende zwaar te laten wegen bij het opmaken van de aanbeveling. Het zou goed zijn als op dit punt bij een volgende gelegenheid betere afspraken zouden kunnen worden ge maakt. Zonder afbreuk te doen aan de eigen verantwoordelijkheid van het college bij het opstellen van de uiteindelijke aanbeve ling, moet er een modus gevonden kunnen worden om de adviserende rol van de fractie-voorzitters meer gewicht te geven. Naar onze mening zou het college in elk geval zich moeten onthouden van het formuleren van een voorkeur, totdat de fractie-voorzitters advies hebben uitgebracht. Naar gelang de fractie-voorzitters in de advisering in meerdere of mindere mate met elkaar overeenstem men, zal een advies dan richtinggevend kunnen zijn voor het col lege. Als er in de toekomst aldus wordt gehandeld, dan kan wel licht bij een volgende keer van een goede procedure worden ge sproken. Met verontwaardiging moet worden geconstateerd, dat op dit moment nog altijd niet bekend is door wiens toedoen het ver trouwelijke karakter van het gesprek, dat de fractie-voorzitters met enkele sollicitanten hebben gevoerd, is geschonden. Gezien de beperkte kring van degenen die kennis dragen van de inhoud van het gesprek en de aard van de naar buiten gekomen informa tie, gaat de verdenking in de eerste plaats uit in de richting van de fractie-voorzitters. Gebrek aan politieke moed weerhoudt de betrokkene er kennelijk van zich bekend te maken. Toch zou het gezien de ernst van de feiten van zowel de inbreuk op de pri vacy van een van de kandidaten als het oncollegiaal handelen Je gens andere fractie-voorzitters, niet misstaan als de dader als nog zijn verontschuldigingen zou aanbieden. De heer DE BRUIJN Met de heer Taks zijn wij van mening dat de procedure veel beter is geweest dan ten tijde van de benoeming die we hier gehad heb ben voor de vorige gemeentesecretaris. Verbeteringen zijn ook nu nog mogelijk. In het fractie-voorzittersoverleg zouden we nader moeten praten over hoe we dat nog kunnen verbeteren. We zijn op deze manier wel op de goede weg. Eerder hebben wij al aangegeven dat er vertrouwelijke informatie is uitgelekt. Dat de privacy van bepaalde personen daarbij is geschonden vinden wij geen goe de zaak. Wij keuren dit dan ook af. Het college heeft een eigen standige bevoegdheid in het voordragen van de kandidaten. Wij zijn van mening dat beide kandidaten geschikt geacht kunnen wor den voor het ambt van gemeentesecretaris. Het voorstel zoals het hier voorligt zal onze goedkeuring niet kunnen wegdragen. Wij hebben ons niet laten overtuigen door het college in de volgorde van de kandidaten, maar dat zal duidelijk blijken bij de stemmin gen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 269