26 MEI 1988 270 Mevrouw PAULUSSEN Bij deze benoeming is sprake geweest van een procedure, bij een eerdere benoeming niet. U bent tot de slotsom gekomen dat twee kandidaten voor benoeming in aanmerking komen. Er is allerwege bekend dat enkele fractie-voorzitters tot een andere conclusie zijn gekomen. Met betrekking tot de procedure zou ik willen op merken, dat met de inschakeling van de fractie-voorzitters niet helder en duidelijk is omgegaan. De heren Sinke en Taks zijn daar al op ingegaan. Ik memoreer dit alleen maar. Met betrekking tot de perspublicatie zou ik willen zeggen: It's all in the game. Wanneer collega's vermoedens hebben ten aanzien van andere collega's, dan moeten ze dat uitspreken of een onderzoek laten instellen. Daar zijn juridische wegen voor. De wijze waarop we nu met zaken omgaan is niet correct. Onze volgorde van voorkeur is niet die van het college met betrekking tot de beide kandida ten die voor benoeming in aanmerking komen. Dat merkt U straks wel bij de stemming. De heer GARRITSEN Wij hebben een langdurige discussie in een besloten en in een ge deeltelijk openbare gecombineerde commissievergadering gehad. Ik haal een paar essentiële zaken uit de procedure aan, waar naar mijn mening de zaken anders gelopen zijn dan ze hadden moeten lo pen. In eerste instantie wil je, zoals in de procedure afgespro ken was, het oordeel van de zes fractie-voorzitters mee laten we gen. Het is van belang dat het college niet vroegtijdig haar kan didaten bekend maakt in onze richting. Je komt dan in de proble men, omdat het geen open zaak meer is. Als het college waarde hecht aan de advisering, dan zou ze ook kennis moeten dragen waarom de fractie-voorzitters tot een bepaalde advisering zijn gekomen. Het is U bekend dat over de kandidaat, die door het col lege als nummer een wordt voorgedragen, door de fractie-voorzit ters in feite nauwelijks een advisering gegeven is. Er is wel wat opgetekend, maar daar kunt U moeilijk een advies uit distil leren. In de commissie heb ik U gezegd, dat wanneer U consta teert dat we al dan niet op een lijn zitten, U dan richting frac tie-voorzitters zou moeten gaan en zeggen: we komen met een kan didaat waar we niet mee op een lijn zitten, maar we zijn toch van plan die kandidaat aan te stellen. De zaak had dan wat beter gelopen. Wij hadden dan van onze kant onze argumenten kunnen in brengen. Enkele mensen hebben in een besloten commissievergade ring hun standpunt kenbaar gemaakt; het college heeft ook haar standpunt in deze kenbaar gemaakt. Je kunt dan met een voor dracht komen waarvan je zegt, dat dat duidelijk ligt. Als je in de richting van de raad met een voorstel komt, waarvan je weet hoe de niet-beoordeling door de fractie-voorzitters heeft plaats gevonden, dan vind ik dat nog overdompelend. Met name als een fractie, voordat de besloten commissievergadering wordt gehou den, al in de fractie meedeelt, dat ze een kandidaat zal steunen die men in de andere vergadering niet naar voren had geschoven. Dus nog voordat de argumenten van Uw kant, vanuit het personeel en het college op tafel zijn gekomen, is een fractie-voorzitter bereid om zijn advisering tijdens het fractie-voorzittersoverleg te veranderen. Het wordt natuurlijk wel moeilijk als het gaat over de advisering van fractie-voorzitters. Ik heb daar de groot-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 270