26 MEI 1988
278
de heer Van Dongen, op het convenant waarin de verdeling van de
nieuwbouw en groot-onderhoud contingenten geregeld is, alsmede
een heleboel andere zaken. Het verzoek van het bestuur van de
aanstaande corporatie om alle verbetercontingenten en verlenging
van de afspraken tot de nieuwbouw te hebben, kan mijns inziens
niet zo ingewilligd worden. Naar aanleiding van het concept-be
sluit is nagenoeg alles in de commissie besproken. Ik kom nog
wel even terug op de verplichting om woningwetwoningen te verko
pen. U weet dat de V.V.D.-fractie daarvan voorstander is, welis
waar onder voorwaarden van deze verkoop. Wellicht zullen het er
zelfs meer moeten zijn dan de genoemde 300. De V.V.D-fractie
prijst de politieke moed van de wethouder die tegen de achterban
in het voortouw neemt tot verkoop. Ik meen te mogen concluderen
uit de commissievergadering, dat meerdere leden het met onze
fractie eens zijn, gezien hun instemming nu met de verkoop van
woningwetwoningen. Is de wethouder in staat mij te zeggen, wan
neer de nieuwe corporatie met de eerste voorstellen ten aanzien
van de verkoop zal kunnen komen? Voorts vraagt de V.V.D.-fractie
de nieuwe corporatie aandacht te hebben voor de apparaatskosten.
Zeer belangrijk is het om deze apparaatskosten in de hand te hou
den. Ik gaf dat zojuist al aan en pleit daarom voor een zeer te
rughoudend aanname-beleid. Over punt 13 van het besluit het vol
gende. Hoewel in het besluit opgenomen staat: "onvoorzien, onont
koombaar en onuitstelbaar"zijn deze omstandigheden nodig om
eventuele financiële middelen alsdan als raad ter beschikking te
stellen en daar is dus een raadsbesluit bij nodig. De V.V.D.-frac
tie vindt toch dat dit artikel een dreiging is voor de toekomst.
Ik verzoek de wethouder hier nadere beperkingen toe te zeggen.
De heer DE BRUIJN
We mogen constateren dat de verslagen van de commissievergaderin
gen, waarin uitgebreid is vergaderd over dit voorstel, uitste
kend zijn. U ziet aan de bijdragen van de verschillende fracties
hoezeer het helpt als er goede verslagen liggen om de raadsverga
deringen te kunnen bekorten.
De VOORZITTER
Niet stoken in een goed huwelijk.
De heer DE BRUIJN
Dit voorstel is een vervolg op de eerder genomen beslissing om
te werken aan de verzelfstandiging van het woningbedrijf. De re
denen daarvan zijn voor een ieder duidelijk; het niet adequaat
kunnen opereren van het woningbedrijf binnen openbare werken als
gigantische mammoetdienst en de moeilijke controle die daardoor
ontstond zowel intern als door ons, de politiek. Dit is een be
langrijke conclusie die we hieraan kunnen verbinden en waarvoor
geen onderzoek voor ons nodig is. We moeten heel goed oppassen
bij het functioneren van enkele grote diensten en de daarin ver
schillende onderdelen, de controle op die onderdelen en het ge
vaar dat mogelijk, doordat er in grotere eenheden kleinere onder
delen kunnen functioneren, zaken niet tijdig genoeg boven tafel
zouden kunnen komen. Dit is een waarschuwing waarop het college
en de raad zeer alert zullen moeten blijven. Het voorstel Is een
logisch vervolg, maar het belangrijkste kenmerk van dit voorstel