28 JANUARI 1988 27 bieden. Een goede voorbereiding van de bewoners bij zo'n aanpak is erg belangrijk voor het slagen ervan. Ervaring zal naar onze st mening moeten worden opgedaan in de wijk Zandberg-west. Wij zijn ge ook benieuwd naar de resultaten. Voor de P.v.d.A.-fractie is het zu belangrijk, dat sociale woningbouw binnen de stadsvernieuwing aa mogelijk blijft. Betaalbare huren voor goede woningen is daarbij bu het hoofddoel. Dat daarbij soms veel geld vanuit het fonds stads- aa vernieuwing naar woningbouwverenigingen gaat, zie bijvoorbeeld na het raadsvoorstel over de Nassaustraatis een feit waar we niet ka omheen kunnen. Toch is de P.v.d.A. van mening dat, als je daar- vc door de huren laag kunt houden, het geld op een goede manier is Ou besteed. Kortom: het meerjarenplan stadsvernieuwing is naar onze me mening meer een jaarplan stadsvernieuwing 1988. U moet dat zien st als een kapstok waaraan het nodige moet worden opgehangen, zoals bu de nota buurtbeheer en de structuurschets voor de stad. De de P.v.d.A. hoopt dat, als die nota's er zijn, we een meer aangekle- ui de nota stadsvernieuwing kunnen krijgen, zodat we aan weer echt wa kunnen spreken over een meerjarenplan stadsvernieuwing. sp va De heer W. VAN DONGEN ki Nu we eerst in januari 19 88 besluiten over het meerjarenplan ui stadsvernieuwing 1988/1992, moeten we nogmaals constateren dat de het procedureel en inhoudelijk onjuist is, dat zo'n belangrijk op deel van het te beïnvloeden gemeentelijk beleid niet tegelijk ge met de begroting ter behandeling en besluitvorming kon worden or voorgelegd. Alleen een behandeling tegelijk met de begroting, zi maakt een integrale afweging van beleid en financiën met regu- Be liere begrotingsgelden mogelijk. De C.D.A.-fractie vraagt U pu nogmaals ervoor te zorgen, dat bij de begroting van 1989 het ra meerjarenplan stadsvernieuwing 19 8 9 en volgende jaren tegelijk ka ter besluitvorming kan worden voorgelegd. U heeft dat bij de ge begrotingsbehandeling al toegezegd, maar het is zo belangrijk op dat wij het hier nogmaals vragen. Kijkend naar het meerjarenplan ge 1988/1992 constateert de CDA-fractiedat dit plan niet een ne echt meerjarenplan en niet echt een voortschrijdend meerjaren- li plan stadsvernieuwing is. De heer Koekkoek sprak ook al over een da jaarplan. Het meerjarenplan kijkt niet terug naar het verleden re en het toetst niet wat er in de afgelopen jaren is uitgegeven. er Daarnaast kijkt het meerjarenplan niet vooruit. Een voortschrij- de dend meerjarenplan kijkt ook naar de komende jaren, maar de ja- vr ren 1990 t/m 1992 zijn in dit plan niet opgenomen. We consta- ge teren best, dat ten aanzien van rijksbeleid en wijziging in ge- de meentelijk beleid een nieuwe opzet eventueel mogelijk zou zijn. gr Wij hadden het toch zinvol gevonden om een raming van de bedra- De gen in dit meerjarenplan op te nemen. Dat had zowel naar het da gemeentelijk beleid, maar zeker ook naar het rijksbeleid, de me nodige duidelijkheid geschapen. Nu kunnen we zelfs vragen of er aa nog wel een stadsvernieuwingsbeleid in Breda nodig is na 1989. vl In het preadvies en in de nota geeft U een aantal aanzetten voor 13 beleidswijzigingen. De heer Koekkoek sprak ook al daarover. Die te beleidswijzigingen hebben een belangrijke relatie met de nota D3 stedelijk beheer en daarop gebaseerde vervolgnotasAls we di kijken wat U zegt ten aanzien van het bespreekbaar maken van ms nieuwe stadsvernieuwingsgebieden, dan constateert de C.D.A.-frac- se tie dat in het verleden reeds is afgesproken, dat geen nieuwe st bu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 27