26 MEI 1988 285 Dan laat U een hele belangrijke zaak nogal gemakkelijk vallen. De P.v.d.A. werkt het administratief keurig af; ze gaat terug naar de ledenvergadering. Kiezers zijn nu wat moeilijk te berei ken, maar dat zie je dan over een paar jaar wel. Ze gaat terug naar de ledenvergadering, krijgt machtiging en de wethouder kan tot verkoop overgaan. Wat betreft het college-akkoord weet ik niet hoe dat formeel in elkaar steekt. Als Je een akkoord maakt, kun je dat dan gaan opzeggen? Nu blijken er in de beslotenheid van de openbare vergaderingen, toch nog een aantal opmerkingen gemaakt te zijn voor wat betreft de verkoop, met name waar het gaat om het bezit van deze woningbouwvereniging in oprichting. Men vond de positie moeilijk en Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Kunt U toelichten over welke besloten vergadering U het heeft? De heer GARRITSEN U bent er net als ik niet aanwezig geweest. Dat waren de vergade ringen, en daarover is gerapporteerd in de commissie, over het collegeprogram wat tot stand is gebracht. Op pagina 19 staat uit drukkelijk: "als voortzetting van het huidige beleid blijft het uitgangspunt dat geen woningwetwoningen worden verkocht gehand haafd". Nu zijn er, en ik zie de heer De Bruijn al knikken, wat kanttekeningen gemaakt. De heer DE BRUIJN Ik vind dat U het uitstekend citeert. De heer GARRITSEN Ik heb het niet voor niets meegenomen. In de beslotenheid zijn daar toch kanttekeningen bij gemaakt. Ik begrijp dat er gelegen heden kunnen zijn dat je dat aan de kant moet schuiven en dat ge beurt dan vanavond. Ik vind het jammer dat zo'n collegeprogram dan De heer W. VAN DONGEN De raadsvergadering van 24 april 1986 was geen besloten vergade ring. De heer GARRITSEN Ik dacht niet dat we het daarover hadden. Het gaat er mij om dat een collegeprogram gauw opzij wordt gezet. Je had in de richting van het rijk duidelijk moeten stellen dat wij er niet akkoord mee gaan. We hebben een afspraak met de gemeenteraad en dat punt is voor ons hard. De wethouder van de P.v.d.A. had dat heel dui delijk moeten zeggen en had dat als randvoorwaarde vanuit de ge meente Breda moeten inbrengen. Er wordt van alle kanten gezegd dat dat gebeurd is en dat we hard onderhandeld hebben. We konden niet anders dan akkoord gaan. "Misschien kan het financieel nog moeilijker worden voor de woningbouwvereniging", zei mevrouw Pau- lussen. Het probleem is dat we geen enkel verslag hebben gezien. De argumenten van het college die zwart op wit zijn ingebracht liggen er voor niks. Ik vind het toch een wat slordige wijze van omgaan met een programakkoord; dit is toch een vrij belangrijk punt al jaren lang in Breda. Ik kan me volstrekt vinden in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 285