26 MEI 1988 290 ;n je Er is een ledenraad inmiddels en er wordt getracht de inspraak Lj van huurders en leden zo groot mogelijk te doen zijn. Die onzeke- c_ re positie zal nog wel even aanhouden en zal voor een deel afhan- -e gen van het toekomstige rijksbeleid. Er is door verschillende ?n sprekers gevraagd naar de verdeling van de contingenten. U weet ir allemaal, dat het aantal nieuw te bouwen woningen de komende ja- |f ren in totaliteit voor Nederland zal afnemen. Laten we hopen dat we in ieder geval het aantal nieuw te bouwen woningen in Breda enigszins op peil kunnen houden. Maar er staat zeker spanning op. Datzelfde geldt voor de verbetercontingenten. Vandaar dat de wens gekomen is van het nieuwe bestuur van de woningbouwvereni- ik ging: "wij zouden toch graag wat meer duidelijkheid willen heb- Lk ben over de contingentenverdeling naar de toekomst toen. Dan zit je met het convenant, die met de andere corporaties gesloten Is. In dat convenant zijn duidelijke afspraken gemaakt over die ver deling. Voor de afgelopen jaren was er een vaste verdeling van jf 40/40/10/10 met de corporaties. Dat betrof dan 40% nieuwbouw voor de woningbouwvereniging volkshuisvesting. Willen we dat doorzetten, dan zullen we ook eens moeten kijken naar de effec ten van de afgelopen jaren. Heeft het inderdaad effectief ge werkt? Om welke redenen moet je die zaak verder doorzetten? Mevrouw PAULUSSEN Maar de wethouder weet ook dat er in artikel 1 van het convenant iets staat wat mogelijk op een gegeven moment een aangrijpings punt zou kunnen zijn om opnieuw rond de tafel te gaan zitten. Daar staat dat er gestreefd moet worden naar vier financieel ge zonde woningbouwverenigingen, in het kader van het totaal. 1. Wethouder RATTINK Ik was nog niet uitgesproken. Daarom staat ook in het preadvies Ls uitdrukkelijk die specifieke verantwoordelijkheid nog genoemd, [k Je kunt die specifieke verantwoordelijkheid wel degelijk naar de- Le ze corporatie noemen en dat is niet onverantwoord naar de andere Le drie. Als we zeggen dat er een basis is om te starten, dan heb- ;t ben we natuurlijk ook een aantal onzekerheden aangegeven. Die specifieke positie van deze woningbouwvereniging wordt ook in het convenant genoemd. Er wordt ook erkend dat in het kader van )p de specifieke financiële positie van de nieuwe corporatie er mo- gelijkerwijs afspraken met de gemeente gemaakt worden, maar dan niet over de contingentenverdeling. Die contingentenverdeling is |- immers een zaak van de gemeente voor het beleidsoverleg met de e andere corporaties. Wij spreken hier de bereidheid uit om de wen- Ls sen van het bestuur in te brengen in dat overleg. Of dat volle- il dig gehonoreerd kan worden hangt daar vanaf. Je moet ook naar de >n positie van de anderen kijken. Ik vind die specifieke verantwoor- .e delijkheid in deze toch wel aanwezig. Over de drie o's het vol- ig gende. Ik denk niet dat daar een al te groot risico zonder meer 1- ligt, mevrouw Van Bergen. Nee, de drie o's zijn uitdrukkelijk in i- dit voorstel opgenomen om de link te leggen naar het gemeente- lijk beleid ten aanzien van die drie o's. Het betreft in feite le een constructie voor bepaalde situaties. Als die zich zouden voordoen, en er is alles aan gedaan binnen het woningbedrijf om 1. die situaties niet te laten ontstaan, dan geldt deze construc tie. Uiteindelijk is het de raad die daarover beslist. Vertrou-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 290