26 MEI 1988 291 wen hebben in de huidige stand van zaken, het bestuur, de leden raad en het werkapparaat. Het is een forse klus om inderdaad die basis aan de huurders te bieden die wij allemaal voor ogen heb ben. De eerste stap op weg daar naar toe is de afgelopen jaren met alle inspanningen gezet. In die zin kunnen we toch de toe komst van de nieuwe corporatie met vertrouwen tegemoet zien. Wethouder RöMKENS Mevrouw Rattink heeft inhoudelijk eigenlijk alle zaken al ge noemd, die je financieel kunt vertalen. Ik wil toch nog enkele maken. Mevrouw Rattink heeft gesproken over onderdeel 13 van het besluit. De een noemt het een vangnetfunctie en de ander zegt: "er moeten nog nadere beperkingen worden opgelegd". Wij, en me vrouw Rattink hebben dat in alle duidelijkheid gezegd, zitten hier in een situatie die niet uniek Is voor Breda. Wanneer de uitgangspunten van de saneringsoperatie op die onderdelen in de toekomst ten positieve of ten negatieve niet bewaarheid worden, dan ontstaat er een nieuwe situatie. Dat kan in negatieve zin be tekenen dat de koppeling van de viermaandelijkse rapportages om wille van volkshuisvestingsbelang en onze specifieke verantwoor delijkheid ten aanzien van het functioneren van het woningbe drijf tot nu toe, een nader beroep op de raad rechtvaardigt, waarbij wij de gemeentelijke gehanteerde criteria nadrukkelijk willen betrekken. Met name de slotopmerking van mevrouw Rattink is een uiteindelijk beoordelingspunt van de raad en brengt Uw budgetrecht en Uw bestuurlijke verantwoordelijkheid in laatste instantie en in volle omvang tot uitdrukking. Ik heb er wel be hoefte aan om de mogelijke suggestie, die bij een enkeling zou kunnen zijn gewekt door de opmerking van mevrouw Paulussen over het ontbreken van verslagen van de onderhandelingen met de staatssecretaris, al zou dat betekenen dat daar twee wethouders als een stel makke schapen naar de slachtbank zijn geleid, nog eens nadrukkelijk naar het rijk der fabelen te verwijzen. Het was een keihard overleg en het overleg is tot drie keer toe door de staatssecretaris geschorst. Wij hebben ons keihard opge steld om met een maximale bijdrage voor de woningbouwvereniging en met een aanvullende bijdrage onder dezelfde voorwaarden als het rijk, richting Breda te gaan en naar U te gaan om daarmee in 1987 middelen binnen te krijgen om voor de gemeente Breda een ge zonde situatie en voor het woningbedrijf een maximale en optima le gezonde situatie te bewerkstelligen. Dat is geen zaak geweest tussen mevrouw Rattink en mij en de heer Heerma. Dat was een he le open zaak. Ik ben blij dat minstens twee leden van de toen aanwezige delegatie straks de verantwoordelijkheid dragen voor het verzelfstandigde woningbedrijf, namelijk de voorzitter en de directeur. Zij hebben dit nadrukkelijk bevestigd in de commis sie. Ik heb er de grootste moeite mee als mevrouw Paulussen met dit soort suggesties komt, die misschien bij een enkeling, maar ik neem aan dat het bij niemand is, de indruk zou kunnen wekken dat daar een stelletje lapzwansen hebben zitten praten en woning wetwoningen hebben zitten verkwanselen. Mevrouw PAULUSSEN De kwalificatie die hij aan zichzelf en aan mevrouw Rattink geeft is zijn kwalificatie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 291