28 JANUARI 1988 stadsvernieuwings-stimuleringsgebieden zullen worden aangewezen, gebaseerd op de huidige integrale aanpak. De komende projecten zullen gebaseerd moeten zijn op een project- en probleemgerichte aanpak, die gebaseerd is op de nota stedelijk buurt en beheer buurtaanpak. Afhankelijk van het aantal projecten en de project- aard zal de aanpak worden gekozen. Daarbij zullen de nodige fi nanciële, inhoudelijke, materiële, organisatorische en personele kaders moeten worden geschapen. Voor die nota's geldt wat nu voorgesteld wordt, namelijk de aanpak van het buurtbeheer in Oud-TuinzigtWij constateren dat Tuinzigt soms wordt verward met Oud-Tuinzigt. Wij hebben in het verleden gekozen voor een stadsvernieuwingsaanpak in Oud-Tuinzigt, waarbij het nieuwe buurtplan dit jaar zal moeten worden voorgelegd. Ten aanzien van de andere beleidsprioriteiten willen wij U nog vragen wanneer de uitwerking daarvan kan komen, zeker voor die twee onderdelen waarvoor in de jaarschijf 1988 middelen zijn gereserveerd. Een spoedige uitwerking is ons inziens noodzakelijk. Voor de aanpak van de binnenstadsrand is een duidelijke relatie met de uitwer king van de nota binnenstad van groot belang. Wanneer komt de uitwerking van de nota binnenstad? Het plan voor 1988 en de ver deling van de gelden voor 1988 roepen bij ons een aantal vragen op. We hebben in de commissie daarover een aantal kritische vra gen gesteld. In de criteria ten aanzien van de verdeling stelt U onder meer, dat de afspraken met de buurten daarvoor bepalend zijn. Wij vinden afspraken met buurten van zeer groot belang. Eelangrijker voor ons en dat is, menen wij, ook het uitgangs punt, zijn de raadsbesluiten en de financiële kaders die door de raad ten aanzien daarvan worden vastgesteld. Op basis daarvan kan overleg met buurten, corporaties en aannemers gestalte krij gen en kunnen plannen vorm en inhoud krijgen. Ten aanzien van de opzet van het plan, zoals die aan ons wordt gepresenteerd, vra gen wij ons af waarom de opzet zo afwijkt van de voorgaande plan nen. Het is voor ons als raadsleden zeer moeilijk om een koppe ling naar de vorige plannen te leggen. Het lijkt ons zinvoller dat, waar dit programma zogenaamd afgestemd moet worden op de af rekening van de rijksgelden, de wijzigingen worden doorberekend en bij het reguliere programma worden gepresenteerd. Dat is voor de beoordeling veel duidelijker. In de commissie hadden vele vragen betrekking op de aansluiting van de in deze jaarschijf op genomen bedragen en de vastgestelde bedragen, zoals genoemd in de voorgaande meerjarenplannen. We praten dan over de in het pro gramma 1987/1991 opgenomen bedragen voor de jaren 1988 en 1989 De C.D.A.-fractie betreurt het, dat de aansluiting niet als zo danig in het meerjarenplan is opgenomen. Een voortschrijdende meerjarenplanning is daarvoor de meest geeïgende vorm. Ook in de aanvullende notitie is die aansluiting niet op alle punten te vinden. Rekenkundig en met een aanvullende toelichting die ambte lijk is verstrekt, is het oude programma wel herrekenbaar en terugrekenbaarmaar niet direct voor de beoordeling herkenbaar. Dit geldt in het bijzonder voor de buurtplannen en de projecten die over meerdere jaren lopen en voor de vorige meerjarenprogram ma's, waarin de bedragen onder meerdere hoofdstukken waren gere serveerd. Ik noem daarbij als voorbeeld de projecten Nieuw- straat, Rozemarijnstraat, kop Nieuwe Huizen, Nassaustraat en de buurten Spoorbuurt en Zandberg. Als we praten over 1989» dan 28

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 28