26 MEI 1988 wilden hebben. Ik heb daar in de commissie uitvoerig verslag van gedaan. Het college staat duidelijk op het standpunt 10 jaar lang 12.000,Wij vinden dat het dat waard is, met de argu menten zoals aangegeven, waarover je van opvatting kunt verschil len. In grote lijnen zullen we het erover eens zijn dat het van groot belang is de omroep hier te krijgen. Het tweede punt is Ra dio Beo. Daar zijn twee zaken aan de orde, enerzijds de samenwer king met Beo en anderzijds wat doen wij met Radio Beo en hoe kan daar eventueel in voorzien worden. Hoewel het nu niet aan de or de is, is het wel zo dat wij gezegd hebben dat niet directe sub sidiëring ons voor ogen staat, maar dat uit de opbrengsten van de kabelkrant misschien Radio Beo geholpen zou kunnen worden. Het zijn dus twee gescheiden circuits en ik heb dat ook aangege ven. Wij werken er hard aan om snel duidelijkheid daarover te krijgen. Het punt van de samenwerking tussen Radio Beo en de Re gionale Omroep, waarover de heer Koekkoek gesproken heeft, heb ik onmiddellijk doorgegeven. Er is een goed gesprek geweest tus sen het bestuur van Radio Beo en de Regionale Omroep. We hebben onlangs in een brief van Radio Beo gemeld gekregen dat erover verscheidene functies van de Regionale Omroep en de locale om roep duidelijkheid zal bestaan, zoals afbakening in het werk en de wijze waarop men elkaar van dienst kan zijn met als Ingangsda tum 1 januari, de dag waarop de Regionale Omroep start, of eer der als mogelijk is. Mevrouw Neeb zegt dat er misschien wel ge weldige middelen beschikbaar komen. Op dit moment hebben we te maken met de Mediawet zoals die nu geldt en dan behoort reclame tot de onmogelijkheden, althans om die tot een regionaal verband te krijgen. De heer DE BRUIJN Als ik de woorden van de wethouder goed begrijp, dan betekent dat dat hij dit besluit koppelt aan de huidige wetgeving. Bete kent dat als de wetgeving verandert en als die andere inkomsten mogelijk worden, dat er dan een nieuw besluit komt te liggen? Wethouder HOFSTé Ik heb aangegeven dat dit voorstel het resultaat is van onderhan delingen op basis van een aantal argumenten en dat wij om die re denen dit voorstel doen. Indien het zo zou zijn dat er zich ge weldige financiële wijzigingen voordoen, dan ben ik graag bereid om nog eens met de Regionale Omroep te gaan praten. Dat zal dui delijk zijn en ik zal dat dan ook terug melden. In ieder geval kan ik constateren dat de raad van mening is dat het een goede zaak is dat de omroep hier komt. Ik ben U erkentelijk daarvoor. De VOORZITTER Had de heer De Bruijn Iets aan de heer Römkens, onze minister van financiën gevraagd? De heer DE BRUIJN Dat zou ik de heer Römkens nog niet willen aandoen, want dan is het helemaal vervelend. De VOORZITTER 300

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 300