26 MEI 1988 304 Ik ben toch blij, los van de details en van verschillende opmer kingen, dat een ieder kan instemmen met de aankoop van dit pand. De kritiek richt zich op pagina 3, de 2 aangegeven mogelijkheden voor wat betreft het achterstallig onderhoud. Mevrouw Van Beuse- kom, maar zij niet alleen, vindt het ten laste brengen van de ex ploitatielasten geen gelukkige keuze. Zij vraagt of het college verder nagedacht heeft over de opmerkingen die in de commissie zijn gemaakt. Ik moet dat ontkennend beantwoorden. De VOORZITTER Het college denkt niet na. Wethouder VAN RAAK Nee, zo rampzalig is het nog niet, maar het kan nog komen. Het college had hier reeds voorwerk verricht en de enige conclusie van het college was dat men het niet kon wijzigen in de metho diek en dat, zoals de heer Derijckere ook reeds aangaf, het ten laste brengen van het investeringsvolume welzijn van dit jaar niet kon, omdat daarvoor geen budget aanwezig was. Het vooruitlo pen op 1989 zou een preprioriteit zijn. Dat kunnen we U niet aan doen, we doen dat pas in een volgend voorstel. We hebben deze weg gekozen. Ik deel met U de bezwaren van deze constructie. Dat betekent dat ik, althans het college, zal proberen te overtuigen van het feit dat de andere oplossing beter is. Dat komt pas aan de orde bij de begroting en daar moet U uiteindelijk Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Is het niet zo dat, als U nu niet acuut protesteert, U in feite meedingt met de wethouder, want die spreekt toch namens het col lege? Wethouder VAN RAAK Ik ga dus verder. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dus U hoort geen gepruttel. Iedereen is het nu al met U eens. Wethouder VAN RAAK Dat hoop ik altijd zo te houden. U heeft uiteindelijk het laat ste woord over of we dat investeringsvolume welzijn volgend jaar wel meenemen of niet. De heer De Leeuw is ook op het achterstal lig onderhoud ingegaan; ik hoop zijn vraag beantwoord te hebben. Gevraagd is of er afspraken zijn gemaakt met het kerkbestuur over het gebruik van het gebouw. Met het kerkbestuur zijn afspra ken gemaakt, in zoverre dat het kerkbestuur voor een bepaalde termijn kan eisen dat dit gebouw behouden blijft voor het soci aal-cultureel werk. Daarmee hebben wij ingestemd. De heer DERIJCKERE Met betrekking tot de financiering van het achterstallig onder houd wachten wij de voorstellen af.. Wij zijn met U van mening dat een preprioriteit in deze op dit moment niet aan de orde kan en mag zijn. Ik heb U gevraagd om een toezegging te doen dat U in de toekomst rekening wilt houden met onze visie ten aanzien van dergelijke financieringen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 304