26 MEI 1988 314 niets uit. Dat heeft niks met Breda te maken. We hebben vandaag kennis kunnen nemen van een verhaal van Tilburg. Ik neem aan dat dat ook niet iets is wat tot overgrote verbeelding spreekt. Wij hebben de weg ingeslagen, wat ook de afspraak was die wij maak ten bij het voorstel over 150.000,We willen met name de na druk leggen op datgene wat sterk is in Breda, in de regio, in heel West-Brabant, in samenwerking met West-Brabant en in het be lang van Brabant en "het" land. Daarvoor willen wij die middelen inzetten. Ik heb in de commissie gezegd dat het mij slecht voor komt, los van alle overleg wat partijpolitiek en bovenpartijpoli- tiek gevoerd wordt, in dit kader halverwege te stoppen en het hoofd in de schoot te leggen. Tegen die achtergrond heb ik in de commissie gezegd dat het mij verstandig lijkt om door te gaan op de constructieve weg die we gekozen hebben, namelijk niet schop pen tegen anderen, maar de nadruk leggen op onze eigen kracht. Ik heb al eens gezegd, dat de impuls in ons eigen apparaat en de kick die het bestuurlijk geeft om de zaak nog eens aan te pak ken positief werkt. Of dat het geld waard is, is wat anders, maar het is op zich toch iets wat meegenomen mag worden. In de richting van mevrouw Paulussen het volgende. Ik wil haar in her innering roepen De VOORZITTER Niet boos worden hè? Wethouder RöMKENS Nee, want mevrouw Paulussen komt oorspronkelijk uit het onder wijs dus ze heeft ook geleerd te lezen. Dat betekent dat zij, en dat heb ik ook in de commissie gezegd, kennis heeft kunnen nemen van de onderliggende stukken bij de 150.000, Dat was een aanvraag tot 17 juni en daarin zat niet de samenstelling van de officiële reactie. Ik heb ook gezegd dat we additioneel nog met twee reacties komen, want er zaten er nog twee in. Er is toen niet gezegd: het is voldoende. We hebben wel duidelijk gezegd in de commissie dat de eindreacties er niet in zaten. Daar word ik niet boos om, ik word er een beetje functioneel triest van. Met de heer De Bruijn hebben we in de werkgroep afgesproken dat we dit pakket voorleggen. We trachten links en rechts toch nog wat directe of indirecte sponsoring te vinden om het geheel af te ronden. Wat zich in het laatste kwartaal van het jaar afspeelt, is in de toekomst verborgen. Als er iets gebeurt, dan zou het best kunnen zijn dat wij creatief moeten zijn. Naar het zich nu laat aanzien, hebben wij met de nota die we 30 juni in de raad aanbieden en de reacties en een aantal beperkte middelen om wat te presenteren de activiteiten afgerond. Mevrouw PAULUSSEN Ik heb een functioneel wantrouwen. De VOORZITTER In wie? In mij? Mevrouw PAULUSSEN In het college.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 314