30 JUNI 1988
320
De heer GARRITSEN
Dat laat U toch niet over de kant gaan?
De heer TAKS
Misschien hoopt U daar wel op, want dat zou Interessant zijn.
Mevrouw HEESSELS
Ik kan vrij kort zijn over dit initiatief-voorstel. De problema
tiek is heel uitgebreid in de commissie en in onze fractie aan
de orde geweest. Het verhaal zoals het er ligt voor de Epelen-
berg en zoals het hier al neergeschreven is, is voor onze frac
tie toch van dien aard geweest dat wij inderdaad van mening zijn
dat je de situatie zoals die daar is niet kunt laten voortduren.
Het is het enige knipplan in Breda. Voor de mensen is het heel
moeilijk, omdat de ene helft van de bewoners wel een vergoeding
heeft gekregen en de andere helft niet. Wij zien dit voorstel
ook in die richting als een goede tegemoetkoming daarin. We zien
het eigenlijk als een soort rechtzetting van of aanvulling op
een beleid wat de raad eerder heeft uitgestippeld met de rege
ling die ze zelf heeft ingesteld, ter aanvulling op de rijksrege
ling. Ik denk dat de raad toentertijd misschien niet helemaal op
de hoogte is geweest van of niet voldoende heeft gekeken naar de
problematiek die er lag bij de Epelenberg. Daarom is mijn frac
tie ook van mening dat je in de richting van de bewoners nu wel
Iets zou moeten doen. Wij zien het echt als een aanvulling of
rechtzetting van iets wat in het verleden niet helemaal goed is
afgehandeld. Verder hebben wij weinig vragen over dit voorstel.
Voor onze fractie is het een duidelijk voorstel.
De heer W. VAN DONGEN
Ik hoop dat het applaus ook klinkt op het moment dat andere voor
stellen voor andere wijken of buurten aan de orde komen. Dan
kunt U op hetzelfde niveau en vanuit dezelfde bestuurlijke ver
antwoordelijkheid praten. Dat is het grote probleem waarmee we
met dit voorstel zitten. We hebben daarover in de commissieverga
dering meerdere malen gesproken, vanaf januari 1985 en in eerste
instantie al toen C.D.A. en V.V.D. samen een motie hebben inge
diend om een invulling te geven aan een situatie die ontstond
bij de overgang van de rijksregeling verbetering groot onder
houd, waarbij ook verhuis- en herinrichtingskosten werden meege
nomen. Er waren enkele complexen die net voor januari het rijks-
besluit gekregen hadden, maar na 1 januari in uitvoering waren
genomen en daardoor buiten de boot vielen. Daar Is een motie
voor ingediend, die door het toenmalige college is overgenomen
en is uitgevoerd in een raadsbesluit van augustus 1985» De raad
heeft toen ook de criteria, zoals die door het college zijn voor
gesteld, overgenomen en vastgesteld. Op basis van die criteria
valt de Epelenberg buiten het overgangsbeleid en dat wordt ook
in het preadvies en in het initiatief-voorstel gesteld. Op basis
van het voorstel vallen ook talrijke andere complexen buiten het
overgangsbeleid en het zelfde geldt voor de situatie die van toe
passing is op het Westeinde, Tuinzigt, Biesdonk en de Heuvel.
Daar zit het grootste probleem. Een unieke situatie zoals hier
in het voorstel wordt bedoeld geldt voor al die andere wijken.
Op het moment dat wij een unieke situatie gaan creëren, dan zou-