30 JUNI 1988 328 rijk en inventief. In ieder geval kan er wel een uitzondering bedacht worden als de burger niet datgene krijgt, wanneer hij vindt dat het zijn recht is om dat te krijgen. Volgens de V.V.D.-fractie is dit initiatief-voorstel een schoolvoorbeeld voor juist wel een precedentwerking. Iedere regeling begint op een bepaald moment en eindigt een keer. Erbij zullen steeds men sen buiten de boot vallen om welke redenen dan ook. Wij hebben in ons fractie-overleg als standpunt bepaald dat wij vinden dat hier wel een precedentwerking vanuit gaat om genoemde redenen. Wanneer in volgende voorkomende gevallen naar de mening van indi viduele commissieleden mensen buiten de boot vallen, is Df66 dan weer bereid om met een initiatief-voorstel te komen? Voorts heb ik nog een opmerking naar de heer De Bruijn toe. Hij vindt het gemakkelijk dat de standpunten van de diverse partijen al bekend waren. Ik denk dat hij dan toch wilt scoren voor de tribune. Daar heb ik moeite mee. In de richting van de heer Garritsen het volgende. Het is correct als hij stelt dat de commissie in eer ste instantie gevraagd had aan het college om met een nieuw voor stel te komen. Hij heeft in zijn opmerkingen wel verzwegen dat het uitdrukkelijk de wens was om de precedentwerking te voorko men. Mevrouw HEESSELS Voor de P.v.d.A.-fractie blijft de splitsing van het complex Epe- lenberg een unieke situatie in Breda. We hebben in de commissie nadrukkelijk naar voren gebracht dat dit inderdaad voor ons de grens was. Dit was echt het enige plan wat geknipt of gesplitst was. Naar de mening van mijn fractie Is de precedentwerking dan ook bij dit initiatief-voorstel voldoende uitgesloten. Wij vin den dat hier toch een moeilijke situatie voor de bewoners ont staan is. Onze fractie is van mening dat ze daar Inderdaad een oplossing voor moet bieden. Het vlekje moet weggewerkt worden, zoals de heer De Bruijn ook al gezegd heeft. De heer W. VAN DONGEN Geldt dat voor de gehele P.v.d.A.-fractie met inbegrip van de P.v.d.A.-wethouders? Mevrouw HEESSELS Nee, dit geldt voor de fractie met uitzondering van onze beide wethouders De heer TAKS Als het zo is dat er verdeeldheid bestaat, dan is de vraag van mevrouw Van Bergen gegrond. Zij vroeg naar het oordeel van het college. Dat Is een politiek relevante vraag gezien hetgeen me vrouw Heessels zojuist heeft gezegd, namelijk dat de fractie van de P.v.d.A. over dit onderwerp anders denkt dan de P.v.d.A.-wethou ders De VOORZITTER Ik kan haar niet beletten om dat te zeggen. De heer TAKS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 328